Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
.
- de man, bijgestaan door mr. Langenberg;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Scanlan;
- de stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant, de gecertificeerde instelling (hierna: de GI), vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 13 juli 2015;
- de brief met bijlage van de raad d.d. 20 november 2015;
- het V-formulier met bijlage van de advocaat van de man, ingekomen ter griffie op 20 juni 2016;
- de brief met bijlage van de GI d.d. 21 juni 2016;
- het V-formulier met bijlagen van de advocaat van de vrouw, ingekomen ter griffie op 22 juni 2016.
3.De beoordeling
4.De beslissing
- eenmaal per twee weken van vrijdag na dansles tot zondag 19.00 uur;
- in de week volgend op het weekend waarin [minderjarige] bij de vrouw heeft verbleven van dinsdag na school tot woensdag 8.30 uur;
- in de week volgend op het weekend waarin [minderjarige] bij de man heeft verbleven van woensdag 12.00 tot donderdagochtend 8.30 uur;
- in de voorjaars- en herfstvakantie indien het contactweekend het eerste weekend van de vakantie is van vrijdag na dansles tot woensdag 12.00 uur en indien de vakantie niet aanvangt met een contactweekend van woensdag 12.00 uur tot zondag 19.00 uur;
- in de mei- en kerstvakantie indien het contactweekend het eerste weekend van de vakantie is gedurende één week van vrijdag na dansles tot zondag 19.00 uur en indien de vakantie niet aanvangt met een contactweekend gedurende één week vanaf de tweede zaterdag 19.00 uur tot zondag 19.00 uur met inachtneming van het hierna bepaalde,
.