Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant, waarin gezamenlijk gezag over de minderjarige [minderjarige] is vastgesteld. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. V.S. Waterval, verzet zich tegen deze beslissing en stelt dat de vader, vertegenwoordigd door mr. P.J. van der Meulen, niet in staat is om gezamenlijk gezag uit te oefenen vanwege hun slechte communicatie en haar psychische problemen. De vader heeft de rechtbank verzocht om gezamenlijk gezag vast te stellen, wat door de rechtbank is toegewezen. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep op 7 juli 2016, heeft het hof de argumenten van beide partijen gehoord. De moeder heeft aangevoerd dat de vader zijn medewerking niet verleent bij belangrijke beslissingen over [minderjarige] en dat haar psychische problemen haar belemmeren in de communicatie met de vader. De vader heeft echter betwist dat er een onaanvaardbaar risico is voor [minderjarige] en stelt dat gezamenlijk gezag noodzakelijk is voor zijn betrokkenheid bij de opvoeding. Het hof heeft overwogen dat de moeder onvoldoende feiten heeft aangedragen om aan te tonen dat [minderjarige] klem of verloren zal raken tussen de ouders. Het hof heeft geoordeeld dat de moeder haar verantwoordelijkheid moet nemen in de communicatie met de vader en dat gezamenlijk gezag in het belang van [minderjarige] is. Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij is bepaald dat het gezag over [minderjarige] voortaan aan de vader en de moeder gezamenlijk toekomt.