Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- de memorie van grieven (met vijf producties);
- de memorie van antwoord (met dertien producties);
6.De beoordeling
“(…) Op 18 juni 2007 heb ik u namens de verkoper schriftelijk in gebreke gesteld. (…) stel ik u wederom in gebreke (...) Indien de overdracht niet plaatsvindt voor 23 augustus 2007 zal de verkoper de koopovereenkomst ontbinden, de waarborgsom opeisen alsmede alle kosten op u verhalen. (…)”
“(…) Enige tijd geleden heeft u via bemiddeling van uw tussenpersoon, Financieel Direct Europe B.V. te [vestigingsplaats] , een garantiestelling bij onze maatschappij afgesloten in verband met de aankoop van de onroerende zaak aan [adres 1] te [plaats 1] . De garantiestelling is door notariskantoor [notariskantoor] ingeroepen op wiens eerste verzoek wij de waarborgsom van € 20.900,= (…) aan hem hebben uitgekeerd. Op basis van het koopcontract heeft u de mogelijkheid om binnen 8 dagen na de overeengekomen datum van overdracht (1 augustus 2007) alsnog aan uw verplichtingen te voldoen. Deze termijn is echter ruimschoots verstreken. Derhalve zal de notaris de waarborgsom (…) aan de verkoper overmaken. In dat geval zien wij ons ook genoodzaakt om de met u overeengekomen contragarantie in te roepen. Dit houdt in dat wij de inmiddels aan de notaris overgemaakte waarborgsom bij u zullen verhalen en incasseren. (...)”
“Geachte Meester Kortenbach, Naar aanleiding van uw brief van 17 april 2009 vraag ik in naam van de heer [appellant] c.s. 2 dagen uitstel om al dan niet in te gaan op uw voorstel (…) [betrokkene] en [appellant] ”
“(..) Sinds gisteren heeft Dhr. [appellant] alle documenten ter zake bij elkaar verzameld wegens een val heeft hij zijn been gebroken en kon hij niet sneller reageren. Bij nader inzien heeft hij vastgesteld dat hij zich moeten laten vertegenwoordigen door een advocaat om ev. een betalingsregeling te kunnen bemiddelen omtrent dit dossier. (…) De heer [appellant] heeft in deze zijn belangen laten behartigen door een derde die uiteindelijk niet gereageerd heeft op de eerste ingebrekestelling. Hij zal dit verder met deze derde moeten gaan uitvechten. (…) [betrokkene] iov de heer [appellant] ”
“(...) De bankgarantie verloopt op 1 september 2007 en koper is tot op heden zijn verplichtingen tot afname van het onroerend goed niet nagekomen en zal zijn verplichtingen ook niet tijdig kunnen nakomen. Door de makelaar van verkoper is koper reeds twee keer in gebreke gesteld. Om de hiervoor vermelde reden is de koopovereenkomst ontbonden, en vraag ik bij deze per heden om het bedrag, waarvoor u garant staat, telefonisch over te boeken (…)”
18april 2007 (is hier mogelijk bedoeld 28 april (25 + 3 dagen bedenktijd)?) In de ingebrekestelling van 14 augustus 2007 wordt een eerdere ingebrekestelling van 18 juni 2007 genoemd en als fatale data voor de notariële levering 15 juni 2007 en de nieuw gestelde datum van 23 augustus 2007. In haar brief van 10 september 2007 aan [appellant] noemt [geïntimeerde] als overeengekomen datum van overdracht: 1 augustus 2007. De door [geïntimeerde] overgelegde aanvraag garantiestelling en contragarantie is gedateerd 18 juli 2007 en betreft een aanvraag voor een termijn met een ingangsdatum van 20 juli 2007 en een einddatum 1 september 2007.