Uitspraak
- verdachte ter zake van de onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 jaren met aftrek van voorarrest;
- de teruggave aan verdachte zal gelasten van het in beslag genomen goed.
- en aldus de grondslag van het onderzoek - is gewijzigd.
zij op of omstreeks 27 februari 2014 te Eindhoven tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of (een of meer van) haar mededader(s) met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, met een of meer vuurwapen(s) (meermalen) een of meer kogel(s) in de richting van die [slachtoffer] afgevuurd, waarbij die [slachtoffer] door een of meer van die kogel(s) is getroffen, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
20 oktober 2013 ondertekend als zijnde [slachtoffer] ,
zij in de periode van 9 november 2013 tot en met 13 november 2013 te Eindhoven, althans in Nederland, opzettelijk een aanvraagformulier DELA LeefdoorPlan (aanvraag levensverzekering), zijnde een geschrift dat bestemd is tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, hebbende zij, verdachte toen daar opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid:
Een proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] voor zover dit
"Ze hebben op hem geschoten toen hij uit zijn auto stapte".
"Hij komt net van het sporten".
"Hij zegt dat ze tien keer op hem geschoten hebben".
1.Overledene
28 februari 2014 omstreeks 02.41 uur.
2.Verkregen informatie
3.Vraagstelling
5.Resultaten
Uitwendig
6.Interpretatie van resultaten
7.Conclusie
Ik ben beschoten”. Ik zag dat die man anders liep, verzwakt of zoiets.
(het hof begrijpt: 28 februari 2014)omstreeks 1.57 uur werd ter plaatse een onderzoek verricht door [verbalisant 12] , speurhondengeleider werkzaam bij de Landelijke Eenheid, en zijn speurhond explosieven. Tijdens het onderzoek werden twee hulzen aangetroffen ter hoogte van parkeervak 2, tegenover de eerder genoemde Toyota. De hulzen werden gemarkeerd met driehoekige nummerbordjes 1 en 2. Vervolgens werden de hulzen door mij, verbalisant [verbalisant 11] , afzonderlijk veiliggesteld in een plastic koker en een papieren zak, welke werden verzegeld en respectievelijk werden voorzien van SIN AAEY1575NL (1) en AAEY1574NL (2).
het hof: zie kaliber in onderstaande tabel).
1.Te onderzoeken materiaal
2.Vraagstelling
3.Onderzoek
hof: SIN nummers hierboven genoemd) de volgende hypothesen beschouwd.
hof: SIN nummers hierboven genoemd) de volgende hypothesen beschouwd.
hof: SIN nummers hierboven genoemd) de volgende hypothesen beschouwd:
5.Conclusie
(het hof: [slachtoffer] )is 27 februari 2014 gaan sporten en heeft hij zijn moeder gebeld. Mam ik kom er zo aan tussen half 8 en 8 (20.00 uur). [slachtoffer] zei nog, ik ga sporten en kom ik daarna meteen naar huis. Ik bel jou als ik weer terug rij. Ik zei tegen hem dat is prima. Hij belde mij op enig moment. Ik heb dat voor de politie na moeten kijken. Dit was om 21.17 uur. Hij belde mij op en zei: “
[verdachte] ik rij nu over de [plaats 7] , ik ben bijna thuis. Fijn schat, fijn. Ik ben bijna thuis. Ik zie jou zo, ik hou van jou schat, ik ook van jou.”
[slachtoffer] , die buurman, die buurman ligt hier.” Ik trek het rolgordijn opzij en pakte mijn sleutels en deed de deur open en zag toen [slachtoffer] . Hij lag daar en zat helemaal onder het bloed.
(het hof: een briefje met daarop een door [verdachte] genoteerd kenteken)mogelijk nog ergens liggen?
total lossheb gereden. Ze hebben die auto vandaag opgehaald bij het schadebedrijf waar deze stond. Daar lag dat briefje in.
total lossgereden en die auto staat bij dat bedrijf.
(het hof: In Geldrop)gaan sporten. Dat weet ik, omdat hij mij om 21.17 uur nog gebeld had en toen zei dat hij over de [plaats 7] kwam gereden. Dit inkomend gesprek staat nog in mijn telefoon opgeslagen en betrof een gesprek van tien seconden.
het hof begrijpt mede gelet op bewijsmiddel 22: [telefoonnummer 2]).
(het hof: [slachtoffer] )belde tussen 6 of 7 uur en vertelde dat [verdachte]
(het hof: [verdachte] )de kinderen in bad ging doen. Hij zou nog een uurtje gaan sporten. Hij was 8 uur bij mij. Ik was het weer op RTL4 aan het kijken, daarom weet ik dat nog. Hij is toen even naar boven gegaan. Hij heeft een ander shirt aan gedaan. Hij ging weg en zei dat hij na het sporten meteen naar huis zou gaan. Ik heb hem na het sporten niet meer gesproken.
“Mamma, ik ga ook niet douchen en doe maar even sporten en ga dan direct naar huis en daar ga ik douchen”. Ik schat dat hij een uurtje ging sporten. Hij is toen ook meteen naar huis gegaan.
total losshad gereden.
het hof: 27 februari 2014).
het hof begrijpt: medeverdachte [medeverdachte 1] )toegegaan
.Zijn moeder was thuis en we mochten haar auto lenen. Toen zijn wij naar de zonnebank gereden. Ik heb een zonnebankje genomen, volgens mij hij ook. Tegenover de zonnebank op de Kruisstraat is de Kijkshop (
het hof begrijpt: de Kijkshop op de Woenselse Markt te Eindhoven).[medeverdachte 1] zei tegen mij dat hij een telefoontje nodig had. Toen heeft hij de aankoop gedaan van die telefoons. Maar bij de Kijkshop mag je maximaal twee telefoons kopen. Hij wist dat blijkbaar vooraf niet. Hij vroeg aan mij: “
kan jij een telefoon aankopen?”Hij heeft mij geld gegeven. Dus toen heb ik die telefoon voor hem gekocht. Ik heb de telefoon aan hem gegeven, want die telefoon was niet voor mij. Ik heb die telefoon nooit meer gebruikt.
.
.
.
dat hij op de [plaats 7] reed en zo thuis zou zijn”.
Een proces-verbaal van stemvergelijking van verbalisant [verbalisant 26] voor zover dit
28 augustus 2012 een aangifte van verlaten plaats van ongeval met het motorvoertuig voorzien van het kenteken [kenteken auto verdachte] . Hierbij is haar telefoonnummer [telefoonnummer 2] opgenomen.
‘ [zoon verdachte] ’en
‘ [dochter verdachte] ’) heeft. Uit het verhoor van [verdachte] en uit gegevens uit de GBA blijkt dat [verdachte] twee kinderen heeft: [zoon verdachte] geboren op [geboortedatum] en [dochter verdachte] geboren op [geboortedatum] .
[telefoonnummer 12] gesproken over verhuizen en (het opknappen van) een nieuwe woning. Het is het onderzoeksteam bekend dat [verdachte] op zoek was naar een andere woning en een woning toegewezen heeft gekregen op de [plaats 12] .
“Maar weet je, ik ben altijd heel bang geweest voor mijn vader. Daarom ben ik ook uit huis gegaan toen ik zo jong was. Weet niet, hij s een bulle bak”.
3 maart 2014 stond de afspraak gepland met [verdachte] dat zij zou worden verhoord als getuige en dan tevens haar telefoon zou worden uitgelezen. Deze afspraak werd op de dag zelf verzet naar 4 maart 2014. Op 4 maart 2014 werd [verdachte] verhoord. Bij aanvang van dit verhoor heeft [verdachte] haar telefoon, een iPhone 5S, afgegeven zodat deze kon worden uitgelezen.
[telefoonnummer 23] wordt gesproken over het feit dat laatstgenoemde in het weekend “
het kleintje” heeft. [medeverdachte 3] heeft een minderjarig kind.
“Ben er”heeft verzonden naar het telefoonnummer [telefoonnummer 23] .
“Ok ik moes alleen nog boven kastjes in de keuken schilderen maar kreeg last van mn voet maar dat is enige wat nog moet plus de gang boven”.Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 3] op 12 maart 2014 in het ziekenhuis is geweest om pinnen uit zijn voet te laten halen.
“ [zus medeverdachte 3] , [ex-partner medeverdachte 3] , [ex-partner medeverdachte 3] en [dochter medeverdachte 3] ”genoemd. Uit GBA-gegevens blijkt dat [medeverdachte 3] en [zus medeverdachte 3] broer en zus zijn. [medeverdachte 3] heeft met [ex-partner medeverdachte 3] een dochtertje genaamd [dochter medeverdachte 3] .
3 april 2014 om 17.43 uur telefoongesprekken met de gebruikster van het telefoonnummer [telefoonnummer 17] , die hij mam noemt. Uit bevraging van het CIOT blijkt dat het GSM-telefoonnummer [telefoonnummer 17] is afgegeven aan [moeder medeverdachte 3] , [plaats 8] . Uit GBA-gegevens blijkt dat deze vrouw de moeder van [medeverdachte 3] betreft.
[telefoonnummer 19] : “
Hey mam, welke maat schoenen heeft [dochter medeverdachte 3] ?”.Uit GBA-gegevens blijkt dat [medeverdachte 3] een dochter heeft genaamd [dochter medeverdachte 3] .
Kom maar naar mijn zusje. [plaats 14]”. Uit GBA-gegevens blijkt dat [zus medeverdachte 3] , de zus van [medeverdachte 3] staat ingeschreven op bovenstaand adres.
(het hof: dat nummer is op 27 februari 2014 omstreeks 14.25 uur bij de Kijkshop te Eindhoven gekocht door [medeverdachte 1] ).
Morgen moet ik uitvaart regelen en mijn tel word morgen uitgelezen en word verhoord”.
“Ok als over vakantie gaat is dat wij samen op vakantie wilde gaan en hem op vakantie sturen was dat als hij los was weer aangeven als hij weer iets gedaan had”.
Jawel en we hebben 2weken gescharrelt maar werkte niet echt hebben wel een beetje geappt want kennen wel gewoon goed met elkaar overweg”en “
En hem op vakantie sturen bedoelden we mee als hij los kwam hem meteen weer op laten sluiten maar dat zeiden we in verliefde toestand”.[verdachte] : “
Oke maar als tel word uitgelezeb dan langer dab twee weken”.
Hebben gewoon tijdje gescharreltt niks serieus”.
Vanavond nieuwe tel”.
“Hoe is het verhoor gegaan”.
moet nu andere tel afgeveb”.
Deze tel toch niet”.
Nee deze niet”.
“Ok gelukkig hoelaat ga jij vanavond afgooien”.
“Moet ik ff kijken. Ze vindsn me raar. Komt gosd”.
Laat ff weten als je n tijd weet hun blijven vragen ik heb deze tel niet heel de dag bij voor geval ze me aanhouden”.
Mensen hier da ik weg ga. Oke slim mop”.
“Zeg dat je dan n tijd voor je eigen nodig hebt ofzo”.
“Mijn nr”, “Even bevestigen als je gelezen hebt dan kan andere tel weg”, “Gelezen x”en
“Ok regel jij ook nieuwe”.
Laat effe zo snel mogelijk n tijd weten x x”, “Weet je al iets meer over een tijd ongeveer”en “
Hoe is t verhoor gegaan”.
Heb je wel bericht grdtuurd na m? Verhoor morgrn weer. Hou je op de hoogte. Kom moren na verhoor.ik regel morgen meteeb nieuwe. Ze volgen me in auto”.
“Ok regel wel alsjeblieft hun worden er echt niet vrolijk van zo”.
“Nee snap ik. Maar word beschermd omdat bedreiging. Non stop bewaking. Komt goed mop”.
“Ik ben tot 3uur werken regel t vandaag effe ik heb deze tel niet bij me op werk”.
Ik ben vrij kan jij proberen vandaag wat meer te geven dan zijn hun ook blij want ze worden ongeduldigheb” en “
Ik ben toch vrij vandaag”.
Ja snap ik. Ons pap zit er bovenop maar komt goed. Ga nu verhoor bijna in. Wish me luck”.
“Alsjeblieft Laat me niet zitten hun zijn zwaar over de zeik tegen mij”.Tussen 17.14 uur en 18.01 uur zijn 33 sms-berichten verzonden tussen [medeverdachte 3] ( [telefoonnummer 19] ) en [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 20] ).
“Laat me snel iets weten dit Gaat niet goed”.
“Wanneer kom je brengen die mense worden gek Laat aub wat weten”.
“Kun je wat laten weten aub Ik heb ellende nu”, gevolgd door een vraagteken.
Hallo wil je aub antwoorden”.
“Wat zijn dit nou voor streken”.
Ik heb geprobeerd hun rustig te houden maar hier heb je het zelf naar gemaakt Ik heb men best gedaan wat er nu Gaat gebeuren heb jij zelf veroorzaakt”.
“Reageer gvd ff alsjeblieft ik heb zwaar probleem Reageer ff”, “Dit word Mijn dood en niet alleen die van mij”, “Alsjeblieft Laat me niet zitten hun zijn zwaar over de zeik tegen mi”, “Laat me snel iets weten dit Gaat niet goed”, “Wanneer kom je brengen die mense worden gek Laat aub wat weten”, “?”, “?”, “Kun je wat laten weten Ik heb ellende nu”, “?”, “Hallo wil je antwoorden”, “Je kunt toch wel ff laten weten”, “Wat zijn dit nou voor streken”, “Ik heb geprobeerd hun rustig te houden maar hier heb je het zelf naar gemaakt Ik heb men best gedaan wat er nu Gaat gebeuren heb jij zelf veroorzaakt”,
“Reageer gvd ff alsjeblieft ik heb zwaar probleem Reageer ff”en “
Dit word Mijn dood en niet alleen die van mij”.
Heb mu pas weer mijn tel moest weg want haddrn te pakkeb. Heb alles” en “
Zeg tegrb hun da ik alles heb. Kom na mis afgooiwb. Kan geen kant op. P bewaking continu”.
Ja afspraak was drie dagen later nu is zes dagen later die ene jongen is van kwaadheid terug uit Turkije gekomen”.
Ja klopt maar hun begrijpen tich wel da ik vast sta. Waarom gelovej hun mij niet”.
Ben zo bij die ene jongen hun zeggen dit was de afspraak niet”.
Ja snap ik maar hun moeten mij snappen dat ik p heb axhter mij. Al twee dagen vijf uur lang daar gezeten”en
“Zeg da hun vrijdaf alles hebben”.
Hun geloven jot wel maar hun moeten hun geld hebben want toen dat ene moest gebeuren toen was het ook snel snel”.
Ja sbap ik. Ga aub zsm na hem toe. Zeg hun vrij alles hebben”.
Die ene uit Turkije wil terug komen ja hij wil centen zien”.
Ja. Ga daar morgeb heen. Geef morgen in de middag af. Zeg trgen hun oke. Laat ze aub vandaag niks doen”.
“Nee klopt ze wilden langs komen maar Ik krijg hun rustig als je alles naar die ene brengt net als vorige x weet je wat ik bedoel niet jou neef”.
“Probeer die wie gek word uit te leggen da ik ook voor hun veiligheid niet eerder bem gekomen”.
Hun doen niks als jij morgen komt Laat me niet vallen Oke niks aan je neef geven maar alles aan die ene net als de eerste x hoe Laat word dat ongeveer weet”.
Etenstijd. Dan kan ik weg komt goed beloofd”.
Je moet naar die adres waar je die eerste 5 het afgegooid niet jou neef maar die andere weet je wie ik bedoel”.
Plannen zijn gewijzigd kom naar waar wij altijd afspraken weet je dan waar ik bedoel”, “Ik zeg nu vast dan kende als de dit leest daarheen komfn laat ff weten als je het snap”en “
Dus als je dit lest reageer ff waar je nu naar toe moet komen is makkelijker”.
“Heb t gelezeb”, “Sorry heb niet hele tijd tel bij”en “
Vijf uur”.
“Oke je weet nu waar je moet komen dus”, “Nee weet ik hou ik rekening mee”en
“Ja 5 uur”.
onderweg”, “deur”, “Gwregelf”, Schat het is geregeld”.
Alles?”.
“Kan je morgen 2telefoons regelen en 2 nrs voor jou en mij een”.
“Ja regel ik”.
Voortaan ff zeggen als je te weinig geeft en mij straks bellen als de da ene voor me hebt eerder kom ik niet snapte zo werkt dat niet”.
Had jij toevallig n datum ongeveer wat ik door kan geven aan tu.”
“? Waarom beginnen ze nu dan alweer?”.
Nee ik heb ook niemanD meer nodig. Zelfs mijn familie niet. Word er kei gek van om zo behandeld te worden iedere keer. Je hebt toch een maand gezegd vege hun” en “
Eh die tu smst mij of je al meer weet wat ik kan zeggen”.
Ja okC). Maar als ik zeg een maand. En dat is nog niet om. Dan waarom wringen hun zo. Heb vandaag gehoord da brief binnen is da ze het gaan uitkeren. Binnen”, “nu en twee weken. Ik heb dan nog twee weken. Want alles is nu pas een maand geleden gebeurd. En da we maand zeiden heb ik net opgezocht en is twee weken gele”en “
den”.
Hoelaar morgen”.
N uur of 4 komt jou uit”.
Jij kom toch voor die 100euro of wat”.
“Nee niet voor da je weet voor wa”en “
Deze week moet”.
Ja ik zeg wel als get er opstaat deze week als goed is staat erop als erop stond hs d ik al bij jou geweest”.
Andersnkom maar ergens praten dan”, “
Want zo werkt da biet”, “
Ik kom wel ff langs” en “
Bij jou of jullie mam”.
Mam”.
Heb jij brief al opgehaald die maat van mij is weer aan t zeuren”.
Oh rijd meteen langs na school”en “
Brief ophalen”.
Ja da snap ik maat moet gebeuren maar wij moeten ook onze ding pik je hebt dat huis van je vrouwtje ook al helemAl klaar genaakt snapte pik”, “
En fa’s alleen maar goed maar die andere jongen hoort die dibgen ook”, “
dus die wil gewoon he weet wel”en
“ik ga f die andere op de hoogte stellen want heb gevoel da je ons wik naaien met die lening en da kende beter niet doe da zweer ik jou”.
Kan dreigen maat ik kan niet meer doen als mn best jij weet zelf als ik t heb dat ik meteen geef zit niet voor niks zonder spotjes en aan n plastic tafel te eten dat is niet omdat ik te veel geld heb”.
Komt goed jongen”, “Wij zijn te goed geweest voor jou nu gaan we het anders doen”, “De groeten”, “Je merkt elf hoe of wa”, Ik heb jou de hele tijd verdedigd maar nu doe ik fa jiet meer”en “
ik laat het gewoon losgaan nu”.
ik laat jou straks n brief zien hoe de zaken ervoor staan maar ik naai jou evht niet en ja kan mij afslaan je kan mn huis in brand steken ik kan niwt meer doen als wachren tot de belasting uitbetaald heeft”.
Luister dit klinkt mij als bullshit mij nooooooit meer appen alleen Voor mijn geld wat je geleend het verder nooit meer en als je denkt da ik een grap maak geef ik je vnvnd vast een waarschuwing jij mag het zeggen”, “Anders rij ik wel zelf naar die ene toe”en “
Want je vent gewoon aan het zeveren”.[medeverdachte 3] antwoordt om 18.03 uur: “
hint was gister al duidelijk doe mn best om wat te regelen voor dinsdag”.
Kutzooi belasting gebeld staat er volgende week pas op”.
Nee serieus kutzoii” en “
Wanneer volgende week”.
Moet 4weken vanaf dag tekening en dagtekening was 16mei”.en “
Zoek ff die brief van de belasting schat ik wil daarmee naar oma gaan”.
T stond er nog niet op ben met brief naar oma gegaan ik krijg morgen alles van oma krijg je alles in een keer”.
Is weer uitstel he”.
Ja maar niet te lang uit te stellen heb ik t zo kunnen regelen”en “
“Krijg t morgen 100%van oma”,“
Morgen is het er” en “
Voor jou avondeten”.
Gewoon drie uur oke?”.
“Ja dat komt goed”.
Of hij het gehoord heeft van [medeverdachte 1] , want daar had hij een berichtje naar gestuurd. Het stond er niet op en daar ben ik mee naar mijn oma gegaan en morgen krijg ik alles”.
Komde ff bak koffie drinken heb geen auto”.
“Heb je da ene?”.
Ja”.
Oke kwartiertje maat”.
[medeverdachte 1] komt hierheen”en “
Zal ik appen als hij weg is”.
Oké”.
Hij is weg schat”.
Wij staan quitte he maatje op die 500 na maar da weet je he pikkie”.
weet ik maat”.
oke komt goed”en
“hoest verder”.
Rustig nou ben blij dat ik er vanaf ben”.
is de grootmoeder van verdachte [medeverdachte 3] . De gegevens werden opgevraagd om de bekende bankrekeningnummers van [grootmoeder medeverdachte 3] te achterhalen. De belastingdienst leverde twee Rabobank-rekeningnummers aan op naam van [grootmoeder medeverdachte 3] .
het hof: [medeverdachte 3] )geholpen.
voorgaande gesprek loopt door)
voorgaande gesprek loopt door)
voorgaande gesprek gaat verder)
Met mijn maatje [medeverdachte 3] hoppaaaaaaa”.
29 oktober 2013 ingevuld.
1.Te onderzoeken materiaal
- om welke reden dan ook - door [slachtoffer] zelf is ondertekend met een andere dan voor hem gebruikelijke handtekening. De kans op afwijkingen zoals die nu zijn waargenomen in de hellingshoek van de letters [initialen slachtoffer] en het bewegingsverloop van de letter [beginletter achternaam slachtoffer] acht ik in dat geval echter klein.
[slachtoffer]
naar het hof begrijpt: het omhulsel van een SIM-kaart) aangetroffen met daarop een telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 3] . Uit de historische gegevens van dit nummer bleek dat dit telefoonnummer gedurende de periode dat deze actief is geweest (met name) contact heeft gehad met telefoonnummers eindigend op [telefoonnummer 6] , [telefoonnummer 7] en [telefoonnummer 5] .
- Verdachte de gebruikster van het nummer eindigend op [telefoonnummer 3] was.
- Medeverdachte [medeverdachte 3] de gebruiker van het nummer eindigend op [telefoonnummer 7] was.
- Het nummer eindigend op [telefoonnummer 6] en het bijbehorende toestel op 27 februari 2014 omstreeks 14.25 uur bij de Kijkshop te Eindhoven zijn gekocht door [medeverdachte 1] .
- Het nummer eindigend op [telefoonnummer 5] op 27 februari 2014 omstreeks 14.28 uur bij dezelfde Kijkshop is gekocht door [medeverdachte 2] .
- De vier telefoonnummers hadden op 27 februari 2014 voorafgaand aan en korte tijd na de aanslag op [slachtoffer] frequent en alleen met elkaar contact.
- Er werd alleen gecommuniceerd door middel van sms-berichten. Andere telefonische contacten van de verdachten [medeverdachte 1] , verdachte en [medeverdachte 3] vonden plaats met andere, bij de verdachten in bezit en gebruik zijnde, telefoonnummers.
- De telefoonnummers ( [telefoonnummer 6] en [telefoonnummer 5] ) zijn pas op de dag van de aanslag op [slachtoffer] door en voor [medeverdachte 1] gekocht (respectievelijk om 14.25 uur en 14.28 uur) en enkele uren voor de aanslag (respectievelijk om 17.00 uur en 16.36 uur) in gebruik genomen.
- Het telefoonnummer gekocht door [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 6] ) straalt tussen 20.10 uur en 20.20 uur samen met een ander telefoonnummer aan op een zendmast aan de [plaats 10] in Geldrop. [slachtoffer] bevond zich op dat moment ook in Geldrop.
- Vrijwel direct nadat [slachtoffer] heeft gebeld met verdachte op haar bekende telefoonnummer, met de mededeling dat hij wegreed uit Geldrop en zo thuis zou zijn (21.17 uur), heeft [verdachte] een sms-bericht verzonden naar [medeverdachte 3] (21.18 uur) met het telefoonnummer eindigend op [telefoonnummer 3] . [medeverdachte 3] heeft direct daarna (ook om 21.18 uur) een sms-bericht verzonden naar het voor [medeverdachte 1] gekochte telefoonnummer ( [telefoonnummer 5] ).
- Het telefoonnummer dat voor [medeverdachte 1] is gekocht ( [telefoonnummer 5] ) straalt om 21.18 uur laatstelijk voor de eerste 112-melding (21.24 uur) aan op de zendmast gelegen aan de [plaats 11] te Eindhoven. Deze zendmast wordt de hele avond aangestraald door de telefoon in gebruik bij verdachte ( [telefoonnummer 3] ). Verdachte bevond zich toen in haar woning aan de [plaats 1] te Eindhoven, in de directe nabijheid van plaats delict 1.
- Na de 112-melding straalt dit nummer dat voor [medeverdachte 1] is gekocht ( [telefoonnummer 5] ) voor het eerst om 21.33 uur aan op de [plaats 4] te Eindhoven, zijnde in de directe nabijheid van plaats delict 2.
- De telefoon gekocht door [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 6] ) straalt voor de eerste 112-melding (21.24 uur) laatstelijk om 21.03 uur aan op [plaats 4] in Eindhoven en na de eerste 112 melding eerst om 21.32 uur op dezelfde zendmast, zijnde in de directe nabijheid van plaats delict 2.
- Plaats delict 1 ligt op 1.400 meter afstand van plaats delict 2.
- Alle vier de telefoonnummers zijn na 22.04 uur niet meer gebruikt.
- [medeverdachte 3] en verdachte hebben in de periode na de aanslag op [slachtoffer] veel contact met elkaar via sms en Whatsapp. Dit via telefoonnummers die hoofdzakelijk zijn gebruikt voor contacten met elkaar. De berichten konden vanaf 2 maart 2014 worden uitgelezen. Tevens hebben [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] frequent met elkaar contact, met name via sms-berichten.
- Uit het patroon van sms-berichten verzonden tussen 3 maart 2014 en 6 maart 2014 tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] enerzijds en het patroon en de inhoud van de sms-berichten tussen [medeverdachte 3] en verdachte anderzijds, blijkt naar het oordeel van het hof dat [medeverdachte 1] , via [medeverdachte 3] , druk heeft uitgeoefend op verdachte. Telkens als [medeverdachte 3] via sms-berichten contact heeft gehad met [medeverdachte 1] , zoekt [medeverdachte 3] contact met verdachte. Uit de inhoud van de sms-berichten tussen verdachte en [medeverdachte 3] blijkt naar het oordeel van het hof dat verdachte aan [medeverdachte 1] en een andere persoon geld moest betalen. Tevens blijkt hieruit dat ze voor 3 maart 2014 en op 6 maart 2014 rond 18.00 uur een geldbedrag heeft betaald.
- Uit de inhoud van sms-berichten verzonden door [medeverdachte 3] naar verdachte op 5 maart 2014 blijkt het verband tussen de moord op [slachtoffer] en de betalingen. [medeverdachte 3] stuurt dan (onder meer) naar verdachte: “
- Uit het patroon van sms-berichten verzonden tussen 4 april 2014 en 15 april 2014 tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] enerzijds en het patroon en de inhoud van de sms-berichtentussen [medeverdachte 3] en verdachte anderzijds blijkt naar het oordeel van het hof dat [medeverdachte 1] , via [medeverdachte 3] , druk heeft uitgeoefend op verdachte om opnieuw te betalen. verdachte laat dan aan [medeverdachte 3] weten dat er een brief binnen is
- Uit de inhoud van de Whatsapp-contacten tussen 3 juni 2014 tot en met 5 juni 2014 tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] enerzijds en verdachte en [medeverdachte 3] anderzijds leidt het hof af dat [medeverdachte 3] door [medeverdachte 1] onder druk is gezet om geld te betalen. Omdat geld afkomstig van de belasting nog niet was overgemaakt aan [medeverdachte 3] , bericht [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 1] op 3 juni 2014 dat hij geld van zijn oma krijgt en dan in staat is om [medeverdachte 1] te betalen. Uit de verklaring van de oma van [medeverdachte 3] , getuige [grootmoeder medeverdachte 3] , in combinatie bezien met de gegevens van haar bankrekeningen blijkt dat [medeverdachte 3] op 4 juni 2014 een bedrag van ongeveer € 6.000,- heeft geleend van zijn oma. Uit de berichten verzonden op 5 juni 2014 tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] leidt het hof af dat [medeverdachte 3] een laatste betaling heeft verricht aan [medeverdachte 1] .
- Dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van het nummer eindigend op [telefoonnummer 27] leidt het hof af uit de Whatsapp-berichten verzonden tussen de gebruiker van dit nummer en [medeverdachte 3] ( [telefoonnummer 19] ) op 3 juni 2014 tussen 18.27 uur en 18.38 uur, waarin werd gesproken over geld van de oma van [medeverdachte 3] . Kort daarna om 19.02 wordt [medeverdachte 3] gebeld door de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer 28] . Tijdens dat telefoongesprek vraagt [medeverdachte 3] :
- medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zijn aangehouden op die dag;
- zij inschatten dat beiden geen verklaring zullen afleggen;
- als [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] gaan praten bij de politie dat fout zal zijn voor verdachte en [medeverdachte 3] ;
- nu verdachte en [medeverdachte 3] nog niet zijn aangehouden, zij een verhaal moeten afstemmen;
- dat gevreesd wordt dat ook verdachte en [medeverdachte 3] zullen worden opgepakt.
“Als ze vannacht alles rond hadden gehad zeg maarals ze hadden geweten dat gij erbij had gehoorddan was vannacht hier de voordeur er ook uit gegaan”(onderstreping door het hof).
- [medeverdachte 1] en een onbekend gebleven persoon de aanslag op [slachtoffer] op 27 februari 2014 hebben uitgevoerd;
- Verdachte de opdracht aan in ieder geval [medeverdachte 1] heeft gegeven om [slachtoffer] te doden en beiden, [medeverdachte 1] en een onbekend gebleven persoon, daarvoor ook heeft betaald;
- [medeverdachte 3] een essentiële schakel vormde tussen verdachte en [medeverdachte 1] : [medeverdachte 3] was bevriend met [medeverdachte 1] , zorgde dat verdachte geld betaalde aan [medeverdachte 1] , probeerde [medeverdachte 1] rustig te houden als betalingen van verdachte uitbleven en heeft zelf ook geld betaald aan [medeverdachte 1] .
- sprake was van een intensieve samenwerking tussen verdachte, [medeverdachte 3] en de schutter(s) (zie onder andere het gebruik van vier speciaal daarvoor gebruikte telefoonnummers);
- gebruik werd gemaakt van een kennelijk vooraf afgesproken onderlinge taakverdeling (verdachte is de opdrachtgever, [medeverdachte 3] een onmisbare tussenpersoon en [medeverdachte 1] en een onbekend gebleven persoon waren de uitvoerders);
- de rol van verdachte bij de voorbereiding onmisbaar was, immers zij heeft de bewegingen van [slachtoffer] doorgegeven, waarna hij vervolgens werd opgewacht door de schutter(s);
- verdachte zeer betrokken is geweest bij de afhandeling (de betalingen aan [medeverdachte 1] );
- de intellectuele bijdrage van verdachte bij dit delict groot was (de opdrachtgever).
.Deze halve kilo cocaïne lag nog in haar woning nadat [slachtoffer] was gearresteerd. Omdat zij geen drugs meer in haar woning wilde hebben, heeft zij de cocaïne aan haar minnaar [medeverdachte 3] gegeven. Daarna werd zij (onder meer) aan de deur van haar woning bedreigd, aldus verdachte.
Ze hebben eentje en meerdere op oog”.
“Je zegt net ze gaan er twee oppakken maar wie dan”,“
Je zegt net ze pakken er dadelijk twee welke hoek gaan ze heen dan”en “
?”.
“Andere hoek heb verkeerd gestuurd”en
“Heb ffoto moeten maken”.
“Okniet in deze hoek dus”(p. 4188).
27 februari 2014.
- op 7 oktober 2014 aangifte is gedaan door Dela van valsheid in geschrift met betrekking tot onder meer het aanvraagformulier van het Dela LeefdoorPlan dat op 9 november 2013 is ondertekend met de naam [slachtoffer] ;
- de deskundigen van onderzoeksbureau Forensicon dat door Dela is ingeschakeld concluderen dat het handschrift op het aanvraagformulier levensverzekering met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid afkomstig is van dezelfde auteur als het handschrift op de vragenlijst na overlijden. Verdachte heeft erkend dat zij het aanvraagformulier levensverzekering heeft ingevuld;
- de deskundigen van het NFI concluderen in het rapport van 19 mei 2015 dat de hypothese dat de betwiste handtekening op het aanvraagformulier een vervalsing is, waarschijnlijker is dan dat de handtekening een authentieke handtekening is.
5 september 2016, waaruit blijkt dat zij niet eerder ter zake soortgelijke feiten is veroordeeld.
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) jaren.
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: