Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hof:verder [betrokkene] ) - via [BV A] - bestuurder van de vennootschap. Van 23 mei tot 23 augustus 2007 was [BV B] bestuurder van [BV I] (
het hof:met [naam X] als formeel en [naam Y] als feitelijk indirect bestuurder van deze vennootschap). [3] Vanaf 23 augustus 2007 tot en met de datum van het faillissement was de bestuurder van [BV I] , [de Stichting] met als bestuurder verdachte (en, tot 1 januari 2008, daarnaast [medebestuurder] ). [4]
hof:13 maart 2009 [7] ) verplaatst [betrokkene] de zetel van [BV I] naar Amsterdam, omdat er schulden in zaten, om tijd te winnen. [betrokkene] moest van [BV I] af, want door alle schulden was het inmiddels een blok aan zijn been. [8] Verdachte heeft verklaard dat hij en [naam Z] vanaf zomer 2008 zagen dat het de verkeerde kant opging met [BV I] . [9]
hof:zie D-263 op de pagina’s 284 en volgende) verklaard dat hij deze zelf heeft opgemaakt in opdracht van [betrokkene] . Deze facturen zijn alle gedateerd op 15 april 2009. Deze facturen heeft hij verwerkt in de financiële administratie van [BV II] . Deze facturen zijn niet juist en ook de financiële verwerking hiervan was niet correct. De werkzaamheden waren verricht door werknemers van [BV I] en werden gefactureerd door [BV II] . [boekhouder] heeft hierover met [betrokkene] gesproken en [betrokkene] zei hem dat er geld nodig was voor [BV II] , omdat er anders geen doorstart zou kunnen plaatsvinden. De wijze van factureren was in dit geval ten nadele van [BV I] . [14]
Feitelijke leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van:
als bestuurder van een rechtspersoon, welke in staat van faillissement is verklaard, aan hem te wijten zijn, dat aan de in artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 15i, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek omschreven verplichtingen niet is voldaan.
het medeplegen van het als bestuurder van een rechtspersoon, welke in staat van faillissement is verklaard, aan hem te wijten zijn dat aan de in artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek omschreven verplichtingen niet is voldaan”, tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met aftrek van voorarrest.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.