3.27.Met betrekking tot de financiële situatie van de man gaat het hof uit van de volgende gegevens. Voor zover die gegevens in hoger beroep zijn betwist, zal het hof daarop gemotiveerd ingaan bij het desbetreffende onderdeel.
Het hof zal voor de berekening van de draagkracht van de man voor de partneralimentatie uitgaan van het onder overweging 3.16 genoemde inkomen van € 122.536,- bruto per jaar, verminderd met de relevante premies en bijdragen conform de loonstroken 2016.
Het hof houdt voorts op jaarbasis rekening met:
- € 1.414,- bijtelling eigen woningforfait;
- € 2.708,- fiscaal aftrekbare hypotheekrente.
De man heeft recht op de algemene heffingskorting en de arbeidskorting.
Bovengenoemd inkomen van de man resulteert in een netto besteedbaar inkomen van
€ 5.444,- per maand, waarbij rekening is gehouden met de volgende fiscale aspecten:
- de hiervoor genoemde toepasselijke heffingskortingen;
- de helft van het eigen woningforfait;
- de helft van de hypotheekrente betreffende de voormalige echtelijke woning van partijen.
Normbedrag Participatiewet
Het hof houdt rekening met het op de Participatiewet gebaseerde normbedrag, exclusief de ondergrens woonkostencomponent, voor een zelfstandig wonende alleenstaande, ter voorziening in de noodzakelijke kosten van levensonderhoud.
Het hof houdt rekening met de navolgende onbetwiste maandelijkse lasten in verband met de voormalige echtelijke woning:
- € 226,- aan hypotheekrente;
- € 48,- aan (forfaitaire) overige eigenaarslasten.
Tussen partijen is de eigen woonlast van de man in geschil.
De man stelt dat hij aan zijn huidige partner een bedrag van € 850,- per maand aan kale huur voldoet omdat hij woonachtig is in het gastenverblijf van de woning van zijn partner.
De vrouw betwist de stellingen van de man gemotiveerd.
Alles overziende is het hof van oordeel dat in redelijkheid dient te worden uitgegaan van een netto woonlast voor de man van € 650,- per maand.
Het hof houdt rekening met de navolgende onbetwiste maandelijkse lasten:
- € 156,- in totaal aan basispremie ZVW en aanvullende premie ZVW;
- € 31,- aan verplicht eigen risico,
minus € 39,-, zijnde het in het normbedrag Participatiewet begrepen nominale deel premie ZVW voor een alleenstaande.
Overeenkomstig de richtlijnen van de Expertgroep alimentatienormen houdt het hof gedurende een periode van een jaar rekening met door de man gemaakte advocaatkosten van € 114,- per maand. Anders dan de vrouw stelt zijn deze kosten naar het oordeel van het hof niet nodeloos gemaakt.