Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 4983115 VV EXPL 16-38)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met zeven grieven;
- de memorie van antwoord;
- de bij brief van 16 november 2016 door mr. Molkenboer toegezonden producties.
3.De beoordeling
grief 1bestrijdt de man het door de voorzieningenrechter aangenomen spoedeisend belang. Tevergeefs. Het hof is van oordeel dat er voldoende spoedeisend belang bestaat, ook nog in hoger beroep, nu de vrouw in hoge mate afhankelijk is van de zorgtoeslag en het kinderbudget, terwijl die overheidsuitkeringen juist bestemd zijn om te worden aangewend voor de betaling van doorlopende kosten van zorgverzekering en levensonderhoud.
grief 2komt de man op tegen hetgeen is geoordeeld in rechtsoverweging 4.3 van het bestreden vonnis, namelijk dat de vordering van de vrouw niet is betwist en dat het beroep van de man op verrekening niet opgaat.
grief 3wordt opgekomen tegen de overweging (rov. 4.4) in het bestreden vonnis dat het belang bij de man bij het vermijden van het restitutierisico moet wijken voor het (spoedeisend) belang van de vrouw bij toewijzing. In de toelichting op de grief wordt verwezen naar grief 2. Deze grief deelt dus het lot van de voorafgaande grief. Overigens deelt het hof het oordeel van de voorzieningenrechter.
grieven 4, 5 en 6keren zich tegen de afwijzing van de reconventionele vordering. Deze vordering leent zich niet voor een beslissing in kort geding. Naar het voorlopig oordeel van het hof kan niet met voldoende mate van zekerheid reeds nu al worden geoordeeld dat het gelijk aan de man is. Ten tijde van de betalingen door de man waren partijen immers nog gehuwd. Weliswaar waren partijen gehuwd naar Marokkaans recht, en volgens partijen derhalve niet in (een algehele of beperkte) gemeenschap van goederen, maar dit neemt niet dat partijen – als echtgenoten – rechten en verplichtingen jegens elkaar hebben, in het bijzonder die uit artikel 1:84 BW (kosten der huishouding), waarop de vrouw een beroep heeft gedaan.