ECLI:NL:GHSHE:2017:2277
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Op tegenspraak
- A.R.O. Mooy
- P.T. Gründemann
- J.M.G. Brughuis
- Rechtspraak.nl
Vernieling van een reclamebord en de beoordeling van opzet in strafrechtelijke context
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 23 december 2016, waarin hij werd veroordeeld voor het opzettelijk vernielen van een reclamebord dat toebehoorde aan [slachtoffer]. De advocaat-generaal vorderde vernietiging van het vonnis en een veroordeling tot een voorwaardelijke geldboete van 500 euro, subsidiair 10 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren. De verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat er geen opzet was.
Het hof heeft het beroep van de verdachte gegrond verklaard en het vonnis van de politierechter vernietigd. Het hof oordeelde dat de politierechter niet voldeed aan het motiveringsvoorschrift van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 14 mei 2015 in Nederweert opzettelijk het reclamebord heeft vernield. Het hof verwierp het verweer van de verdediging dat er geen opzet was, en concludeerde dat de verdachte zich bewust was van de aanwezigheid van het reclamebord en dit opzettelijk heeft omver gereden.
De beslissing van het hof was dat de verdachte strafbaar was voor het bewezen verklaarde, maar dat er geen straf of maatregel werd opgelegd, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak. De uitspraak is gebaseerd op de artikelen 9a, 63 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.