De bewindvoerder heeft ter zitting - kort samengevat - het volgende aangevoerd.
Het bewind is destijds ingesteld op grond van de vaststelling dat de rechthebbende als gevolg van zijn lichamelijke of geestelijke toestand duurzaam niet in staat was zijn vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen.
Tijdens de loop van het bewind bleek er sprake te zijn van een problematische schuldenlast.
Teneinde de schulden weg te werken heeft de bewindvoerder een schuldentraject via de gemeente kunnen bewerkstelligen en door middel van een krediet ter hoogte van
€ 1.750,-- zijn de schulden gesaneerd. De aflossing van het gemeentelijke krediet loopt nog tot augustus 2018.
Vanwege zijn verstandelijke beperking heeft de rechthebbende recht op hulp. Een indicatie hiervoor voor het jaar 2017 is inmiddels weer door de gemeente Tilburg afgegeven.
De bewindvoerder stelt zich op het standpunt dat de contacten tussen hem en de rechthebbende naar behoren verlopen. De bewindvoerder heeft daarnaast ook contact met de begeleiding van Amarant en de bewindvoerder is zonodig telefonisch bereikbaar.
Na afloop van de zitting bij de rechtbank hebben de bewindvoerder en de rechthebbende met elkaar besproken dat het geld dat na voldoening van het budgettair geplande resteert, voortaan ter vrije beschikking van de rechthebbende zal worden gesteld. In zoverre heeft de rechthebbende al meer vrijheid en verantwoordelijkheid gekregen. Tot nu toe heeft deze nieuwe regeling nog niet tot grote problemen geleid. De rechthebbende heeft nog twee à drie keer gebeld met het verzoek om extra geld.
De bewindvoerder stelt zich op het standpunt dat het bewind dient te worden voortgezet, nu de grond, de geestelijke beperking, nog steeds aanwezig is en hij de overtuiging heeft dat de rechthebbende niet in staat is om zijn financiën zelfstandig te beheren, met alle mogelijke gevolgen van dien. Naast de beperking is er nog steeds sprake van een forse taalbarrière. De rechthebbende heeft zich in dit kader nog nauwelijks ontwikkeld.