Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
Stcrt.2006, 185, was in § 11.7.3 met betrekking tot het door belanghebbende te leveren bewijs bepaald dat in eerste instantie moest worden gedacht aan het leveren van bewijs met behulp van een kilometeradministratie. Als dat niet voldoende was dan konden nadere gegevens, neergelegd in de bedrijfsadministratie, in de beoordeling worden betrokken. Bood ook de administratie in onvoldoende mate aangrijpingspunten voor een adequate toetsing, dan was het totaalbeeld dat de Belastingdienst had van de ondernemer die om teruggaaf van de belasting verzocht, relevant. Alsdan konden ook de uitkomsten van door de Belastingdienst bij de ondernemer ingestelde onderzoeken in het kader van andere belastingmiddelen, zoals inkomstenbelasting, omzetbelasting en vennootschapsbelasting, van belang zijn.
Stcrt.2010, 9057, vervallen. In het Kaderbesluit BPM 2010 is § 11.7.3 niet langer opgenomen. In de toelichting op het Kaderbesluit BPM 2010 is uiteengezet dat de standpunten uit de Leidraad BPM 2006 zijn opgenomen, maar niet de passages met (enkel) een toelichtend karakter. Het niet langer opnemen van bepaalde toelichtende passages in het Kaderbesluit BPM 2010, zoals het bepaalde in § 11.7.3, betekent naar het oordeel van het Hof evenwel niet dat die passages na het vervallen van de Leidraad BPM 2006 niet langer van betekenis zijn. Niet valt in te zien dat een belastingplichtige die onder het toepassingsbereik van de Leidraad BPM 2006 slaagt in de op hem rustende bewijslast, niet zou voldoen aan de op hem rustende bewijslast onder de toepassing van een vervolgbesluit, temeer niet, omdat in het Kaderbesluit BPM 2010 niet valt af te leiden dat de besluitgever andere, in het bijzonder strengere, voorwaarden stelt aan het door de belastingplichtige te leveren bewijs.
(+ bestanden detailgegevens!)’.
4.6. rittenopbrengsten
- naam/adres vervoerder
- naam chauffeur
- kenteken auto/nummer auto
- datum dienst
- aanvang en einde diensttijd
- kilometerstand taxi begin en einde van de dienst
- totaaltelling ontvangsten per taxi per dag
- tijdstip vertrek en aankomst per rit
- plaats van vertrek en aankomst per rit (bestemming)
- kilometerstand begin/eind rit
- aantal vervoerde personen
- beladen/onbeladen rit
- ritprijs contant/op rekening (ontvangen bedrag)
- bezwaarfase: 2 punten x € 246 (wegingsfactor 1) = € 492;
- beroepsfase: 2 punten x € 495 (wegingsfactor 1) = € 990;
- hoger beroepsfase: 2 punten x € 495 (wegingsfactor 1) = € 990,
5.Beslissing
- verklaarthet hoger beroep gegrond,
- vernietigtde uitspraak van de Rechtbank,
- verklaarthet tegen de uitspraken van de Inspecteur ingestelde beroep gegrond,
- vernietigtde uitspraken op bezwaar van de Inspecteur,
- vernietigtde naheffingsaanslag, de beschikking belastingrente en de beschikking heffingsrente,
- gelastdat de Inspecteur aan belanghebbende het door deze ter zake van de behandeling van het beroep bij de Rechtbank en het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van in totaal € 413 vergoedt,
- veroordeeltde Inspecteur in de kosten van bezwaar, de kosten van het geding bij de Rechtbank en het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 2.472.