In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep inzake een geschil over pensioen in eigen beheer en de afstorting daarvan. De appellante, een vrouw wonende te [woonplaats], heeft in een eerdere procedure een vordering tot afstorting ingediend. De zaak is eerder behandeld in tussenarresten op 29 juli 2014, 16 september 2014 en 7 juni 2016, waarbij het hof reeds enkele beslissingen had genomen. De appellante werd vertegenwoordigd door mr. J.P.M. Castelein, terwijl de geïntimeerden, waaronder een stichting, werden bijgestaan door mr. W.M.U. van der Blom.
Tijdens de procedure heeft de appellante in een akte na tussenarrest van 2 februari 2017 opnieuw afstorting gevorderd. De geïntimeerden hebben zich echter verzet tegen deze afstorting en hebben een voorstel gedaan voor een alternatieve afwikkeling. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante zich nog niet had kunnen uitlaten over dit voorstel en heeft besloten haar de gelegenheid te bieden om hierop te reageren. De zaak is vervolgens naar de rol van 19 september 2017 verwezen voor deze akte, waarna de geïntimeerden in de gelegenheid worden gesteld om hierop te reageren.
Het hof heeft in deze tussenuitspraak iedere verdere beslissing aangehouden, wat betekent dat de uiteindelijke beslissing in deze zaak nog niet is genomen. De uitspraak is gedaan door een collegiaal hof, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op 8 augustus 2017.