4.7.Onduidelijk is of de facturen van [D] zien op alleen de buitenverlichting aan het pand zelf of ook op buitenverlichting aangebracht in de tuin, aan de oprit en aan de toegangspoort. De bij het advies van 10 februari 2010 gevoegde offerte zou hier wellicht, na vergelijking met de facturen, een licht op hebben kunnen werpen, maar deze is niet in het geding gebracht. Na heropening van het onderzoek heeft het Hof belanghebbende dienaangaande verzocht duidelijkheid te verschaffen. In zijn brief van 28 juli 2017 aan het Hof stelt belanghebbende weliswaar dat de kosten uitsluitend betrekking hebben op het pand zelf, maar dit stemt niet overeen met hetgeen belanghebbende eerder in de procedure heeft gesteld.
Het Hof wijst op:
- de brief van 19 september 2014 van belanghebbendes gemachtigde aan de Inspecteur waarin onder andere is opgenomen:
“C. Dit betreft niet de kosten van binnenverlichting, maar de buitenverlichting van het pand (en de aanleg daarvan) en in het bijzonder dient het tot verlichting van de oprijlaan van ruim 250 meter.”;
- de email van 6 oktober 2015 van belanghebbendes gemachtigde aan de Inspecteur waarin onder andere wordt gesteld:
“de kosten van de verlichting betreffen het vervangen van de aan de woning en aan de authentieke toegangspoorten bevestigde bestaande verlichting.”;
- het beroepschrift van 14 december 2015, waarin wordt vermeld:
“De thans vervangen verlichting was ten tijde van de aanschaf door de heer [belanghebbende] reeds aangebracht aan het pand en de toegangspoort.”;
- de motivering van het hogerberoepschrift van 22 september 2016, waarin onder andere is opgenomen:
“Aan de woning bevonden zich totaal 16 lampen. Deze verlichting aan de woning en de toegangspoort1 is in 2011 hersteld. Alleen de kosten die zien op deze verlichting zijn in aftrek gebracht (…)
1. Niet aan de oprit, zoals door de Belastingdienst is verondersteld in de motivering van de uitspraak op het bezwaarschrift.”
en
“19. De thans vervangen verlichting was ten tijde van de aanschaf door de heer [belanghebbende] reeds aangebracht aan het pand en de toegangspoort.”
Voorts heeft de Inspecteur ter zitting naar voren gebracht dat het bedrag dat niet op de kostprijs van de armaturen ziet, maar op het arbeidsloon en het vervangen van leidingen en schakelaars, dermate hoog is dat niet aannemelijk is dat deze werkzaamheden alleen op het pand zien, maar veeleer aannemelijk is dat deze op de tuin en oprit zien. Belanghebbende heeft deze twijfel in zijn schriftelijke reactie niet weg kunnen nemen. Hij stelt dat de taxateur van de Belastingdienst tweemaal het pand heeft bezocht en daarbij heeft kunnen constateren dat de verlichting aan de woning is vervangen en dat géén verlichting aan de oprijlaan en aan de toegangspoort is vervangen. Dit kan evenwel niet juist zijn, gelet op belanghebbendes hierboven aangehaalde stellingen en ook gelet op hetgeen de betreffende taxateur in de “Beoordeling onderhoud verbetering monumentenpand” van 18 juni 2015 (bijlage 15 bij het verweerschrift in eerste aanleg) onder andere schrijft:
“De verlichting is bestemd voor de toegangspoort, oprijlaan en de gevels.”
Verder heeft de Inspecteur gewezen op de vermelding van het artikel “Aldo Bernardi artikel 2910” op de factuur van [D] van 26 april 2011: dit betreft volgens informatie op de website van [D] een vloer armatuur (paal). Ook dit gegeven wijst volgens de Inspecteur er op dat niet slechts armaturen aan de gevels van het pand zijn vervangen, maar ook armaturen in de tuin.