GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Kenmerken: 15/00285 tot en met 15/00314
Uitspraak op het hoger beroep van
de erven van [belanghebbende] ,
domicilie kiezende te [plaats 1] ,
hierna: belanghebbenden,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 22 december 2014, nummers AWB 12/7272, 12/7273, 12/7544 tot en met 12/7569, 12/7571 en 12/7573, in het geding tussen
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur.
1Ontstaan en loop van het geding
1.1.Aan [belanghebbende] (hierna: erflater) zijn met dagtekening 31 december 2002 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) en vermogensbelasting (hierna: VB) opgelegd. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met verhogingen dan wel boetes (hierna ook gezamenlijk aangeduid als: boetes). Tevens is bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende navorderingsaanslagen, boetes en heffingsrentes:
Belasting-
soort
Jaar
Aanslag-
nummer
[aanslagnummer 1]
Kenmerk
Hof
Belasting
(navordering)
Verhoging/
boete
Heffings-
rente
IB/PVV
1990
H08
15/00285
f
9.018
9.018
4.232
VB
1991
K18
15/00305
f
3.696
3.696
1.733
1.2.Aan erflater zijn met dagtekening 30 mei 2003 navorderingsaanslagen in de IB/PVV en VB opgelegd. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met boetes. Tevens is bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende navorderingsaanslagen, boetes en heffingsrentes:
Belasting-
soort
Jaar
Aanslag-
nummer
[aanslagnummer 1]
Kenmerk
Hof
Belasting
(navordering)
Verhoging/
boete
Heffings-
Rente
IB/PVV
1996
H68
15/00291
f
8.595
8.595
1.75
IB/PVV
1997
H77
15/00292
f
9.18
9.18
1.731
IB/PVV
1998
H87
15/00293
f
9.506
9.506
1.484
IB/PVV
1999
H97
15/00294
f
10.013
10.013
1.263
IB/PVV
2000
H07
15/00295
f
11.104
11.104
998
VB
1997
K77
15/00311
f
4.064
4.064
766
VB
1998
K87
15/00312
f
4.123
4.123
643
VB
1999
K97
15/00313
f
4.06
4.06
512
VB
2000
K07
15/00314
f
4.55
4.55
409
1.3.Aan erflater zijn met dagtekening 31 mei 2003 navorderingsaanslagen in de IB/PVV en VB opgelegd. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met boetes. Tevens is bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende navorderingsaanslagen, boetes en heffingsrentes:
Belasting-
soort
Jaar
Aanslag-
nummer
[aanslagnummer 1]
Kenmerk
Hof
Belasting
(navordering)
Verhoging/
boete
Heffings-
Rente
IB/PVV
1991
H18
15/00286
f
14.526
14.526
5.674
IB/PVV
1992
H28
15/00287
f
14
14
4.638
IB/PVV
1993
H38
15/00288
f
12.38
12.38
3.476
IB/PVV
1994
H48
15/00289
f
10.013
10.012
2.367
VB
1992
K28
15/00306
f
3.608
3.608
1.407
VB
1993
K38
15/00307
f
3.688
3.688
1.215
VB
1994
K48
15/00308
f
3.71
3.71
1.038
VB
1995
K58
15/00309
f
3.616
3.616
852
1.4.Aan erflater zijn met dagtekening 17 juni 2003 navorderingsaanslagen in de IB/PVV en VB opgelegd. De navorderingsaanslagen zijn opgelegd met boetes. Tevens is bij beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende navorderingsaanslagen, boetes en heffingsrentes:
Belasting-
soort
Jaar
Aanslag-
nummer
[aanslagnummer 1]
Kenmerk
Hof
Belasting
(navordering)
Verhoging/
boete
Heffings-
rente
IB/PVV
1995
H57
15/00290
f
9.927
9.927
2.098
VB
1996
K67
15/00310
f
4.128
4.128
872
1.5.Na daartegen gemaakte bezwaren heeft de Inspecteur bij de bestreden, in één geschrift vervatte, uitspraken de aanslagen en de beschikkingen gehandhaafd.
1.6.Erflater is van de in 1.5 bedoelde uitspraken in beroep gekomen bij het Hof.
1.7.Het Hof heeft bij uitspraak van 9 november 2010, nr. 04/01646, het in 1.6 bedoelde beroep gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de zaak teruggewezen naar de Inspecteur en hem opgedragen om opnieuw uitspraak te doen op de bezwaarschriften van belanghebbende met inachtneming van die uitspraak.
1.8.Erflater heeft tegen de in 1.7 bedoelde uitspraak beroep in cassatie ingesteld. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie, bij arrest van 14 oktober 2011 met nummer 11/00334, met toepassing van artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, ongegrond verklaard.
1.9.Aan erflater is met dagtekening 3 december 2004 de aanslag in de IB/PVV opgelegd. Tevens is bij beschikkingen een boete opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende aanslag en beschikkingen:
Belasting-
soort
Jaar
Aanslag-
nummer
[aanslagnummer 1]
Kenmerk
Hof
Belasting
(navordering)
Verhoging/
boete
Heffings-
rente
IB/PVV
2001
H16
15/00296
€
4.421
4.42
414
1.10.Aan erflater is met dagtekening 29 december 2006 de aanslag IB/PVV over het jaar 2003, aanslagnummer [aanslagnummer 1] H36, opgelegd. Tevens is bij beschikkingen een boete opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht. Het corresponderende hoger beroep heeft kenmerk 15/00298.
1.11.Aan erflater is met dagtekening 20 december 2007 een navorderingsaanslag in de IB/PVV opgelegd. Tevens is bij beschikkingen boetes opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht. Het betreft de volgende navorderingsaanslag en beschikkingen:
Belasting-
soort
Jaar
Aanslag-
nummer
[aanslagnummer 1]
Kenmerk
Hof
Belasting
(navordering)
Verhoging/
boete
Heffings-
rente
IB/PVV
2002
H27
15/00297
€
6.763
6.763
1.353
Tevens is aan erflater met diezelfde dagtekening de aanslag IB/PVV over het jaar 2004, aanslagnummer [aanslagnummer 1] H46, opgelegd. Tevens is bij beschikkingen een boete opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht. Het corresponderende hoger beroep heeft kenmerk 15/00299.
1.12.Aan erflater is met dagtekening 30 december 2008 de aanslag IB/PVV over het jaar 2005, aanslagnummer [aanslagnummer 1] H56, opgelegd. Tevens is bij beschikkingen een boete opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht. Het corresponderende hoger beroep heeft kenmerk 15/00301.
1.13.Aan erflater is met dagtekening 31 december 2009 de aanslag IB/PVV over het jaar 2006, aanslagnummer [aanslagnummer 1] H66, opgelegd. Tevens is bij beschikkingen een boete opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht. Het corresponderende hoger beroep heeft kenmerk 15/00302.
1.14.Aan erflater is met dagtekening 18 juni 2010 de aanslag IB/PVV over het jaar 2007, aanslagnummer [aanslagnummer 1] H76, opgelegd. Tevens is bij beschikking een boete opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht. Het corresponderende hoger beroep heeft kenmerk 15/00303.
1.15.Aan erflater is met dagtekening 23 augustus 2010 een navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2004, aanslagnummer [aanslagnummer 1] H47, opgelegd. Tevens is bij beschikking een boete opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht. Het corresponderende hoger beroep heeft kenmerk 15/00300.
1.16.Aan erflater is met dagtekening 5 augustus 2011 de aanslag IB/PVV over het jaar 2008, aanslagnummer [aanslagnummer 1] H86, opgelegd. Tevens is bij beschikking een boete opgelegd en heffingsrente in rekening gebracht. Het corresponderende hoger beroep heeft kenmerk 15/00304.
1.17.Het bezwaar tegen de in 1.15 aangehaalde navorderingsaanslag en beschikkingen is niet-ontvankelijk verklaard. De in 1.1 tot en met 1.4, 1.9 tot en met 1.14 en 1.16 vermelde belastingaanslagen en beschikkingen zijn, na daartegen gemaakt bezwaar, bij in één geschrift vervatte uitspraken van de Inspecteur met dagtekening 23 november 2012 deels gehandhaafd en deels verminderd; voorts heeft de Inspecteur een kostenvergoeding toegekend van € 654.
1.18.Erflater is van de in 1.17 bedoelde uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. Ter zake van deze beroepen heeft de griffier van de Rechtbank van belanghebbenden een griffierecht geheven van, in totaal, € 126. De Rechtbank heeft de beroepen gedeeltelijk ongegrond verklaard, gedeeltelijk gegrond verklaard, de Inspecteur en de Staat (de Minister van Veiligheid en Justitie) veroordeeld tot vergoeding van de immateriële schade die belanghebbenden hebben geleden ieder tot een bedrag van € 4.250, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbenden ten bedrage van € 5.110,50 en gelast dat de Inspecteur het door belanghebbenden betaalde griffierecht van € 126 aan deze vergoedt.
1.19.Tegen deze uitspraak hebben belanghebbenden hoger beroep ingesteld bij het Hof. Ter zake van het hoger beroep met kenmerk 15/0285 heeft de griffier van belanghebbenden een griffierecht geheven van € 123. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
1.20.Belanghebbenden hebben schriftelijk gerepliceerd en de Inspecteur heeft schriftelijk gedupliceerd.
1.21.Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 21 april 2016 te ‘s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord mevrouw [A] , als gemachtigde van belanghebbenden, alsmede, namens de Inspecteur, de heer [B] , de heer [C] en de heer [D] .
1.22.Belanghebbende heeft te dezer zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij.
1.23.Het Hof heeft het onderzoek ter zitting geschorst en daarbij bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat. Vervolgens heeft het Hof de Inspecteur verzocht schriftelijk inlichtingen te geven en/of onder hem berustende stukken in te zenden, aan welk verzoek hij heeft voldaan.
1.24.Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) hebben partijen vóór de nadere zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij. Op de hierna in 4.0.2 vermelde gronden heeft het Hof geen acht geslagen op het stuk van belanghebbenden van 24 oktober 2016.
1.25.Het nadere onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 3 november 2016 te ‘s‑Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord de heer [E] , als gemachtigde van belanghebbenden, alsmede, namens de Inspecteur, de heer [F] en de heer [C] .
1.26.Aan het einde van de nadere zitting heeft het Hof het onderzoek gesloten.
1.27.Van de zittingen zijn processen-verbaal opgemaakt, die in afschrift aan partijen zijn verzonden.