Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,[appellante] ,beiden wonende te [woonplaats] ,
1.[de vennootschap 1] . ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[de vennootschap 2] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[de vennootschap 3] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 4249129 CV EXPL 15-4931)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven van 16 augustus 2016 met producties;
- de ten aanzien van de memorie van antwoord ter rolle van 25 oktober 2016 ambtshalve verleende akte niet dienen.
3.De beoordeling
1. het recht van erfpacht (…) van een perceel grond met de daarop staande recreatiebungalow, staande en gelegen aan de [adres] op [het park] te [plaats] (…);
DEFINITIES
Artikel 2
laatste aanmaning” van 31 maart 2015 gesommeerd het volgens [geïntimeerde 1] openstaande bedrag van € 9.166,77 te betalen.
de beheerder” [B.V.] (later [geïntimeerde 2] ) “
of (een) nader door haar aan te wijzen derde(n)” is en hebben [appellanten] niet, althans onvoldoende gemotiveerd betwist dat het [geïntimeerde 1] is die het beheer uitoefent en de parklasten en andere (verbruiks)kosten int. Evenmin hebben [appellanten] de cessie aan [geïntimeerde 1] betwist, althans hebben zij die onvoldoende gemotiveerd betwist.
Algemene akte vaststelling kettingbedingen (…)” is vermeld dat de eigenaar zonder schriftelijke toestemming van verkoper (bedoeld zal daar zijn [B.V.] , later genaamd [geïntimeerde 2] , dat later de beheerstaken aan [geïntimeerde 1] overdroeg) het gekochte niet voor commerciële verhuur ter beschikking mag stellen. In het van de parklastenovereenkomst deel uitmakende huishoudelijk reglement (rov. 3.1.6) staat een vergelijkbare bepaling. Voorts is daar opgenomen dat het de beheerder is toegestaan kavels te verhuren. Uit deze bepalingen blijkt niet dat commerciële verhuur van bungalows of chalets verboden of ontmoedigd wordt. Integendeel, de tekst is duidelijk in die zin dat commerciële verhuur wel mogelijk is, zij het met toestemming van de beheerder indien het gaat om een bungalow van een eigenaar, maar dat de beheerder zonder meer zelf die mogelijkheid heeft voor diens eigen bungalows. De door [appellanten] overgelegde stukken (cva/cve prod. 2) maken dat niet anders. Van het eerste stuk is de status onduidelijk. Het stuk is niet gedateerd en heeft de kenmerken van een informatie- en/of reclamefolder. Het tweede stuk is een nieuwsbrief van het park van 19 januari 2005. Er staat geen duidelijke opmerking in dat het park een residentieel park en geen verhuurpark is. Daar komt bij dat [appellanten] pas drie jaar later op het park kwamen wonen. Hoe dan ook blijkt uit de door [appellanten] ondertekende, hen bindende stukken duidelijk de mogelijkheid van commerciële verhuur.
Om de procedure te kunnen voortzetten dienen partijen, en mogelijk getuigen, zich uitgebreid en gedetailleerd te gaan verdiepen in het verleden om gegevens boven water te halen die zich in de jaren vanaf 2010/2011 hebben voorgedaan.
4.De uitspraak
in viervoudaan het hof;