Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
om een persoon te bewegenom zich aan te sluiten bij de gewapende (terroristische) strijd. Derhalve is het, om te kunnen spreken van bewegen
in de zin van ergens toe overhalen/aanzetten tot dan wel beïnvloeden,naar het oordeel van het hof, wel van belang dat de betreffende persoon weet waar het gesprek (of de gedraging/handeling) inhoudelijk over gaat. Dat [betrokkene 3] wist dat de verdachte tijdens het gesprek sprak over ISIS en dat [betrokkene 3] en [betrokkene 2] bang waren voor de verdachte, zijn, naar het oordeel van het hof, tegen de achtergrond van hun eigen verklaringen geen omstandigheden om (in dit geval) het werven voor de gewapende (terroristische) strijd aan te kunnen nemen.
1. Hij die, zonder toestemming van de Koning, iemand voor vreemde krijgsdienst of gewapende strijd werft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
(…)
(Stb. 2004, 290, iwtr 10 augustus 2004)aan dit wetsartikel toegevoegd, waarbij tevens de maximumstraf is verhoogd van één jaar naar vier jaar gevangenisstraf. De wijziging stond in de sleutel van het bevorderen van de mogelijkheden tot strafrechtelijk optreden tegen rekrutering ten behoeve van de Jihad. Beoogd werd ook die rekruteringsactiviteiten strafbaar te stellen die betrekking hebben op het werven van personen voor de rechtstreekse inzet ten behoeve van de (islamitische) gewapende en gewelddadige strijd, zonder dat daarbij aantoonbaar sprake is van deelname aan een groep of samenwerkingsverband. Een strijd is “gewapend” wanneer de (beoogde) toepassing van geweld vergelijkbaar is met het ingrijpende geweld dat wordt toegepast in een oorlogs- of guerrillasituatie. Uit de wetsgeschiedenis komt naar voren dat Jihad binnen het begrip gewapende strijd valt. De wetgever omschrijft de Jihad als een “islamitische strijd die de vorm aanneemt van het ontplooien van geweldsactiviteiten tegen gepercipieerde vijanden van de islam ter verwezenlijking van een wereld die een zo zuiver mogelijke afspiegeling is van hetgeen men meent dat in de eerste bronnen van het islamitische geloof – de koran en de soenna – staat vermeld”, een strijd waarvan het een feit van algemene bekendheid wordt geacht dat de Koning (lees: de regering) daar nimmer toestemming voor zal verlenen. De verhoging van de strafmaat hangt samen met de verscherpte afkeur voor werven voor de Jihad, een volgens de wetgever zeer kwalijke en bedreigende vorm van rekrutering die mogelijk desastreuze gevolgen heeft voor de betrokkene en de mogelijke slachtoffers. Voor de vaststelling of sprake is van het bestanddeel gewapende strijd speelt het geweldselement in een oorlogs- of guerrillasituatie een rol
(zie: TK 2003-2004, 28 463, nr. 10, pagina’s 9, 12 en 13).
(ECLI:NL:RBDHA:2015:14365).
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.