Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het bindend advies, bestaande uit de taxatieverklaring van registermakelaar-taxateur [registermakelaar-taxateur] , zal worden vernietigd en de woning zal worden getaxeerd middels een taxatierapport tegen een waarde hoger dan € 270.000,--, dan wel een waardebepaling te realiseren als door het hof te bepalen;
- de vrouw aan de man met ingang van 1 januari 2016 een gebruiksvergoeding verschuldigd is ter hoogte van € 325,-- per maand, dan wel ter hoogte van een bedrag en met ingang van een datum als door het hof te bepalen.
- mr. Vrancken namens de man;
- de vrouw, bijgestaan door mr. Tjalma.
- het V5-formulier van de advocaat van de man d.d. 23 mei 2017;
- het V6-formulier met bijlage van de advocaat van de man d.d. 24 mei 2017;
- het V8-formulier met bijlagen van de advocaat van de man d.d. 21 juli 2017.
3.De beoordeling
- de woning toegedeeld aan de vrouw tegen een waarde van € 270.000,-- en daarbij bepaald dat de vrouw de helft van deze waarde, zijnde € 135.000,--, aan de man dient te betalen op het moment dat het transport van deze woning via de notaris aan de vrouw plaatsvindt;
- de beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- het meer of anders verzochte afgewezen.
Ten tweedeis de door de makelaar vastgestelde waarde veel te laag. Gebondenheid aan de waardebepaling zou – zoals art. 7:904 lid 1 BW het bepaalt – naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid dan ook onaanvaardbaar zijn. De man wordt door deze te lage waardebepaling onevenredig in zijn belangen geschaad. De makelaar had nimmer tot deze waardebepaling mogen komen. Derhalve dient er een nieuwe waardebepaling te worden opgesteld, bij voorkeur middels een uitgebreid taxatierapport.