ECLI:NL:GHSHE:2017:74
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WOZ-waarde van garageboxen en geschil over waardebepaling
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de WOZ-waarde van garageboxen, eigendom van belanghebbende, een B.V. gevestigd te [vestigingsplaats]. De zaak betreft de waardebepaling van onroerende zaken in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De Heffingsambtenaar had de waarde vastgesteld op € 13.000 per garagebox voor het tijdvak van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Belanghebbende betwistte deze waardering en stelde dat de methode van systematische vergelijking niet geschikt was voor de waardebepaling van de garageboxen. Het Hof oordeelde dat de Heffingsambtenaar de waarde aannemelijk had gemaakt met een taxatierapport en dat er voldoende rekening was gehouden met scheurvorming en andere gebreken van de onroerende zaken. Belanghebbende kon haar eigen verdedigde waarde niet aannemelijk maken, omdat onduidelijk was welke referentieobjecten zij had aangevoerd. Het Hof bevestigde de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, die het beroep van belanghebbende ongegrond had verklaard. De uitspraak benadrukt de bewijslast van de Heffingsambtenaar en de mogelijkheden van waardebepaling onder de Wet WOZ.