Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Afdeling civiel recht
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 20 september 2016;
- het proces-verbaal van de enquête van 9 november 2016;
6.De verdere beoordeling
(…) Toen zijn we gaan kijken in [plaats] samen met de ouders van [geïntimeerde] . Zij hebben ons toen financiële hulp aangeboden. Bij de notaris in België is geld gestort. Dat was het geld dat de ouders van [geïntimeerde] aan ons, dus aan [geïntimeerde] en aan mijzelf, leenden. Het ging hier om een bedrag in de orde van grootte van 250.000 euro. [geïntimeerde] had een eigen woning in de [woonplaats 2] ( [woonplaats 2] ). In deze woning in de [woonplaats 2] zat eigen geld van [geïntimeerde] van zo’n 200.000 euro. De vader van [geïntimeerde] wilde het pand in de [woonplaats 2] graag in eigen eigendom verwerven, omdat hij dacht dat dat in waarde zou gaan stijgen. De vader van [geïntimeerde] heeft het pand van [geïntimeerde] in de [woonplaats 2] in eigendom gekregen. In ruil voor het eigen geld dat [geïntimeerde] in dat pand had zitten, hebben de ouders van [geïntimeerde] ons beiden een geldlening verstrekt in de orde van grootte van 250.000 euro. Als zekerheid hebben de ouders in overleg met de notaris of hun boekhouder een tweede hypotheek op de boerderij in [plaats] gekregen. In wezen ging het hier dus om het eigen geld van [geïntimeerde] dat van de woning in de [woonplaats 2] verhuisde naar de boerderij in [plaats] .
(…) Op grond van de afspraken die ik met de bank heb gemaakt betaal ik iedere maand meer dan 1000 euro aan de bank. (…).
(…) U vraagt mij of de heer [appellant] met mijn vrouw en mij en met [geïntimeerde] is overeengekomen dat de uit de geldlening voortvloeiende restantschuld en de daarop betrekking hebbende rentebetalingen enkel nog voor rekening van [geïntimeerde] zouden komen. Ik antwoord daarop dat met mij helemaal niets is afgesproken. Mijn vrouw en ik hebben meer kinderen. Als we iets hadden afgesproken, dan zouden we het op papier hebben gezet bij een notaris of accountant. Dat is niet gebeurd.
(…) U vraagt mij of mijn man en ik met [geïntimeerde] en met [appellant] hebben afgesproken dat de uit de geldlening voortkomende restantschuld en de rentebetalingen die daarop betrekking hebben enkel nog voor rekening van [geïntimeerde] zouden komen. Ik antwoord daarop dat wij zo iets niet met elkaar hebben afgesproken.
(…) U vraagt mij of [appellant] met mijn ouders en met mij is overeengekomen dat de uit de geldlening voortvloeiende restantschuld en de rentebetalingen die daarop betrekking hebben, enkel nog voor mijn rekening zouden komen. Ik antwoord daarop dat zo iets dergelijks nooit is afgesproken. (…)
de woning in de [woonplaats 2]”), tot zekerheid voor de (terug)betaling van een door [gedaagden] op 3 mei 2007 aan [geïntimeerde] verstrekte geldlening (voor de verkrijging van de boerderij in [woonplaats 2] ) van € 220.000,--, alsmede van een op 31 maart 2011 door [gedaagden] aan [geïntimeerde] verstrekte geldlening van € 250.000,-- voor de verkrijging van de woning in [plaats] , totaal dus € 470.000,--, tegen 3 % rente per jaar, ingaande op 1 mei 2011. In de akte is voorts opgenomen dat ten behoeve van [gedaagden] eveneens zekerheid zal worden verstrekt op de woning in [plaats] .
de woning in de [woonplaats 2]”) levert voor een bedrag van
op naam van [gedaagden] is gesteld” (incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring 3,4,9, cvp 13 mei 2014, mvg 4 tot en met 9).
7.De uitspraak
in persoonvergezeld van hun advocaten, zullen verschijnen voor mr. M.A. Wabeke als raadsheer-commissaris, die daartoe zitting zal houden in het Paleis van Justitie aan de Leeghwaterlaan 8 te 's-Hertogenbosch op een door deze te bepalen datum, met de hiervoor onder 6.2.10 vermelde doeleinden;
[geïntimeerde]de hiervoor in 6.2.3 en 6.2.10 genoemde afschriften
uiterlijk twee weken voor de comparitiete doen toekomen aan de wederpartij en aan de raadsheer-commissaris;