ECLI:NL:GHSHE:2018:1471
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om machtiging voor omzetting vermogen in participatie fonds voor gemene rekening
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 april 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de bewindvoerders van een rechthebbende. De bewindvoerders vroegen om machtiging voor de omzetting van een deel van het vermogen van de rechthebbende in een participatie in een fonds voor gemene rekening, ter waarde van 1200 certificaten. De rechthebbende, geboren in 1967, is onder bewind gesteld vanwege een verstandelijke beperking en was niet in staat om ter zitting te verschijnen. De rechtbank Limburg had eerder, op 19 mei 2017, het verzoek van de bewindvoerders afgewezen, omdat er geen machtiging was verleend voor deze omzetting.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen. De bewindvoerders stelden dat het in het belang van de rechthebbende was om deel te blijven uitmaken van het fonds, maar het hof oordeelde dat de voorgestelde omzetting niet kon worden aangemerkt als een gewone beheersdaad. Volgens het hof was er een machtiging van de kantonrechter vereist voor deze handeling, omdat het om een daad van beschikken ging. Het hof wees erop dat de vermogens van de participanten in het fonds vermengd zijn, wat ongewenste risico's met zich meebrengt voor de rechthebbende.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van de bewindvoerders afgewezen. Het hof benadrukte dat de belangen van de rechthebbende niet voldoende gewaarborgd zijn binnen de structuur van het fonds voor gemene rekening, en dat er geen direct toezicht van de kantonrechter is op het beheer van het vermogen van de rechthebbende. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.