6.1.In hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
a.Match exploiteert een uitzend- en detacheringsbureau en houdt zich tevens bezig met aanneming van werk in de ruimste zin van het woord.
b. Tot 30 december 2010 was [bestuurder en indirect enig aandeelhouder van appellante] (verder te noemen: [bestuurder en indirect enig aandeelhouder van appellante] ) bestuurder en, indirect, enig aandeelhouder van Match. Met ingang van 30 december 2010 is [participaties] Participaties B.V. (verder te noemen: [participaties] ) gaan participeren in Match en vormden [bestuurder en indirect enig aandeelhouder van appellante] feitelijk en [participaties] indirect daarna het bestuur van Match. [bestuurder en indirect enig aandeelhouder van appellante] heeft per 1 juli 2017 ontslag genomen als (middellijk) bestuurder van Match.
c. [geïntimeerde] is op 25 mei 2010 krachtens arbeidsovereenkomst als uitzendkracht fulltime in dienst getreden van Match tegen een bruto uurloon € 14,12. Sinds 9 juni 2014 is sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. [geïntimeerde] wordt per week betaald en ontvangt dan € 568,00 bruto aan basisweekloon plus een vaste bruto post van € 24,00 (derhalve € 592,00 bruto per week). Hij heeft gedurende de hele periode van het dienstverband als steigerbouwer gewerkt bij [multiservice] Multiservice B.V. in [vestigingsplaats] , België.
d. [geïntimeerde] was vanaf 3 juli 2017 wegens ziekte arbeidsongeschikt. Vanaf 1 juli 2017 ontving hij geen loon meer. Wel is op 14 augustus 2017 door Match nog het vakantiegeld tot 1 april 2017 betaald.
e. Bij brief van 20 juli 2017 aan [geïntimeerde] heeft Match zich - kort samengevat - op het standpunt gesteld dat Match per 1 april 2017 is overgenomen door Labourflex B.V. dan wel de aan haar gelieerde Poolse vennootschap Grupacon, dat alle werknemers van Match daarom per die datum van rechtswege in dienst zijn getreden van Labourflex dan wel Grupacon en dat [geïntimeerde] zich voor zijn loon vanaf 1 juli 2017 dient te wenden tot Labourflex.
f. In de daarop volgende periode heeft [geïntimeerde] Match schriftelijk aangesproken op doorbetaling van zijn loon, evenwel zonder resultaat.
g. Bij e-mail van haar advocaat van 29 augustus 2017 aan de gemachtigde van [geïntimeerde] heeft Labourflex zich op het standpunt gesteld dat er van een overgang van de onderneming van Match naar Labourflex geen sprake is.
g. De arbeidsovereenkomst is door Match, voor zover vereist, opgezegd tegen 31 december 2017.
De standpunten van partijen en het oordeel van de kantonrechter
6.2.1.In dit kort geding vorderde [geïntimeerde] veroordeling van Match tot betaling van loon vanaf 1 juli 2017, wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW ad 50%, vakantiegeld, een vergoeding voor niet genoten vakantiedagen, vergoeding van buitengerechtelijke kosten, de wettelijke rente en veroordeling van Match in de proceskosten.
6.2.2.Match heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dit verweer behelsde dat de onderneming per 1 april 2017 van Match is overgegaan op Labourflex en dat de rechten en verplichtingen van Match uit hoofde van de arbeidsovereenkomst met [geïntimeerde] van rechtswege zijn overgegaan op Labourflex (art. 7:663 BW).
6.2.3.In het vonnis heeft de kantonrechter, kort samengevat, overwogen dat in dit kort geding niet in redelijke mate zeker is dat in een bodemprocedure geoordeeld zal worden dat sprake is geweest van een overgang van onderneming van Match naar Labourflex in de zin van artikel 7:622 BW (bedoeld zal zijn 7:662 BW, hof). De vorderingen van [geïntimeerde] zijn grotendeels (behoudens het vakantiegeld en de vakantiedagen) toegewezen en Match veroordeeld in de kosten van het geding.
6.2.4.Match heeft in de dagvaarding in hoger beroep 4 grieven aangevoerd en de producties 55 tot en met 74 overgelegd. Match heeft geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis, afwijzing van de vorderingen van [geïntimeerde] en veroordeling van [geïntimeerde] tot terugbetaling van hetgeen Match ter uitvoering van het vonnis heeft betaald en tot betaling van de proceskosten en de nakosten.
6.2.5.[geïntimeerde] heeft in de memorie van antwoord de grieven bestreden en geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis met veroordeling van Match in de kosten van het geding in hoger beroep.
De positie van Labourflex