Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaarthet hoger beroep ongegrond, en
- bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Limburg, waarin de WOZ-waarde van een vrijstaande woning is vastgesteld. De onroerende zaak, gelegen aan [adres 1] in [woonplaats], is voor het belastingjaar 2015 gewaardeerd op € 602.000, met als waardepeildatum 1 januari 2014. Na bezwaar van belanghebbende heeft de Heffingsambtenaar de waarde verlaagd naar € 513.000. Belanghebbende is het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.
Tijdens de zitting op 24 mei 2018 zijn de gemachtigde van belanghebbende en de Heffingsambtenaar gehoord. Belanghebbende stelt dat de waarde te hoog is vastgesteld en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en vermindering van de WOZ-waarde tot € 453.000. De Heffingsambtenaar daarentegen concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.
Het Hof oordeelt dat de Heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. De gebruikte vergelijkingsobjecten zijn relevant en de verschillen in luxe, onderhoud en kwaliteit zijn in de waardebepaling meegenomen. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.