Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de GI, vertegenwoordigd door de heer [vertegenwoordiger van de GI] ;
- de vader.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een tweejarig kind, dat is opgegroeid in een verwaarloosd en onveilig opvoedingsklimaat. Het kind vertoont hechtingsproblemen en heeft een ontwikkelingsachterstand. Sinds de uithuisplaatsing in een pleeggezin heeft het kind echter aanzienlijke vooruitgang geboekt in zijn ontwikkeling. De moeder van het kind heeft in hoger beroep de beslissing van de rechtbank aangevochten, die de machtiging tot uithuisplaatsing had verlengd. De moeder stelt dat zij inmiddels in staat is om een stabiele opvoedsituatie te bieden en dat de gronden voor de uithuisplaatsing niet langer aanwezig zijn. De GI (gecertificeerde instelling) daarentegen, stelt dat het kind zich goed ontwikkelt in het pleeggezin en dat het in zijn belang is om daar te blijven. Het hof heeft de situatie van het kind en de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Het hof concludeert dat de noodzaak voor de uithuisplaatsing nog steeds aanwezig is, gezien de onveilige en onhygiënische omstandigheden waarin het kind eerder verkeerde. De rechtbank heeft terecht de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd, zodat het kind de kans krijgt om zich verder te ontwikkelen in een veilige omgeving.