Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de GI, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 1] en mevrouw [vertegenwoordiger van de GI 2] ;
- de pleegmoeder.
3.De beoordeling
op dit momentde plaatsing van [minderjarige] bij de pleegmoeder ondersteunt, wenst zij dat [minderjarige] in de toekomst weer bij haar komt wonen. Op vragen van het hof heeft de moeder verklaard dat dit mogelijk is als zij [minderjarige] een goede basis kan bieden die er – volgens de moeder – uit bestaat dat zij werk heeft en over een eigen woonruimte beschikt. De moeder geeft hiermee blijk volledig voorbij te gaan aan de voornaamste reden waarom zij tot op heden nooit zelfstandig voor [minderjarige] heeft kunnen zorgen: haar complexe persoonlijke problematiek. Het is inherent aan haar problematiek dat hierop gespecialiseerde hulpverlening dient te worden ingezet. De moeder heeft ter zitting van het hof op vragen van het hof of zij voor haar problematiek inmiddels hulp heeft gezocht, verklaard dat zij geen speciale begeleiding heeft maar wel eens per maand met de huisarts spreekt. Ter zitting is gebleken dat de moeder op 5 juni 2018 is veroordeeld door de politierechter voor mishandeling (van de gezinsvoogd) tot een taakstraf van 100 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van 3 jaar onder de bijzonder voorwaarde van reclasseringstoezicht en ambulante, dan wel indien dit door de reclassering nodig wordt geacht, klinische behandeling. De raadsman heeft weliswaar verklaard dat deze veroordeling een forse stok achter de deur is voor de moeder om aan haar problematiek te gaan werken, echter, het hof heeft niet de overtuiging gekregen dat de moeder zelf voldoende ziekte-inzicht heeft. In ieder geval is duidelijk geworden dat, hoewel het inmiddels beter met de moeder lijkt te gaan, nog steeds niet is gestart met de noodzakelijke hulpverlening voor de moeder zelf.
4.De beslissing
.