In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen aanslagen in de inkomstenbelasting en de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor het jaar 2013. De Inspecteur had de aanslagen gehandhaafd, maar belanghebbende stelde dat hij ten onrechte niet was gehoord op zijn bezwaar. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur belanghebbende inderdaad niet had gehoord, wat in strijd was met de wet. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en het beroep van belanghebbende gegrond verklaard. De Inspecteur werd verplicht het betaalde griffierecht van € 45 te vergoeden. Het Hof heeft ook geoordeeld over de belastbaarheid van de inkomsten van belanghebbende, waaronder een Duitse pensioenuitkering en de toepassing van de arbeidskorting. De Inspecteur had de aanslagen terecht opgelegd, maar de hoorplicht was niet nageleefd, wat leidde tot de vernietiging van de eerdere uitspraken.