Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
Zo al sprake zou zijn van een dergelijk stelselmatig weigeren, dan valt niet in te zien dat belanghebbendes gemachtigde zijn rechten of bevoegdheden heeft aangewend voor een ander doel dan waartoe dit recht gegeven is, nu een eventuele schending van de hoorplicht in de tweede procedure bij de Rechtbank niet meer in geschil is. Belanghebbendes gemachtigde heeft in het bezwaarschrift verzocht om (telefonisch) te worden gehoord. Bij e-mail van
2 februari 2017 heeft de gemachtigde van belanghebbende de Heffingsambtenaar voorgesteld de hoorzitting over te slaan. In de beroepsgronden wordt, anders dan in de eerdere procedure die heeft geleid tot de uitspraak van de Rechtbank van 23 september 2016, niet gesteld dat de hoorplicht is geschonden.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep van belanghebbende gegrond;
- verklaart het incidenteel hoger beroep van de Heffingsambtenaar ongegrond;
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- wijst het geding terug naar de Rechtbank ter verdere behandeling en beslissing met inachtneming van deze uitspraak;
- gelast dat de Heffingsambtenaar aan belanghebbende het door deze ter zake van het hoger beroep bij het Hof betaalde griffierecht ten bedrage van € 124, vergoedt, en
- veroordeelt de Heffingsambtenaar in de kosten van het geding bij het Hof aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op in totaal € 250,50.
door L.B.M. Klein Tank, voorzitter, J. Swinkels en M.J.C. Pieterse, in tegenwoordigheid van A.W.J. Strik, griffier. De beslissing is op die datum ter openbare zitting uitgesproken en afschriften van de uitspraak zijn op die datum aangetekend aan partijen verzonden. De uitspraak is alleen ondertekend door de voorzitter. De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.