ECLI:NL:GHSHE:2018:547
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- S.M.A.M. Venhuizen
- A.P. Zweers-van Vollenhoven
- F.J.M. Walstock
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de weigering tot toelating tot de schuldsaneringsregeling op basis van onvoldoende aannemelijkheid van betalingsonmacht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 8 februari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de rechtbank Oost-Brabant om de appellante toe te laten tot de schuldsaneringsregeling. De appellante had eerder, op 16 november 2017, een verzoek ingediend bij de rechtbank, dat was afgewezen omdat niet voldoende aannemelijk was gemaakt dat zij niet in staat zou zijn haar schulden te betalen. De appellante had een schuld van € 114.214,34 aan Hypinvest en stelde dat het minnelijke traject was mislukt omdat de schuldeiser niet akkoord ging met het aangeboden percentage.
Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep op 31 januari 2018, bijgestaan door haar advocaat, heeft de appellante betoogd dat zij wel degelijk in een problematische schuldenpositie verkeert. Het hof heeft echter geoordeeld dat de appellante nog steeds in staat is om haar schuld van € 250,00 per maand af te lossen en dat er onvoldoende bewijs was geleverd om aan te tonen dat zij niet zou kunnen voortgaan met het betalen van haar schulden. Het hof heeft daarbij opgemerkt dat de appellante niet de benodigde bewijsstukken had overgelegd om haar financiële situatie te onderbouwen.
Het hof heeft de eerdere beslissing van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het verzoek van de appellante om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. Het hof heeft benadrukt dat de appellante in de toekomst opnieuw kan verzoeken om toelating tot de schuldsaneringsregeling indien zij in financiële problemen komt, mits zij dan voldoende bewijs kan leveren van haar situatie.