ECLI:NL:GHSHE:2019:1020
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Navordering van inkomsten uit buitenlandse verkoop van nertsenvellen en de toepassing van de verlengde navorderingstermijn
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting is opgelegd. De belanghebbende, die samen met zijn echtgenote een nertsenfokkerij exploiteerde, had nertsenvellen verkocht op een beurs in Kopenhagen. De betaling voor deze verkoop vond plaats op een buitenlandse bankrekening van belanghebbende. Na een inkeerprocedure heeft de Inspecteur een navorderingsaanslag vastgesteld, waarin verzwegen inkomsten uit de verkoop van nertsenvellen zijn opgenomen. Het Hof oordeelt dat de Inspecteur terecht de navorderingsaanslag heeft opgelegd, omdat de inkomsten zijn verkregen uit activiteiten die geen enkel aanknopingspunt hadden met Nederland. De belanghebbende betwist de toepassing van de verlengde navorderingstermijn van artikel 16 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, maar het Hof bevestigt dat deze van toepassing is, gezien de omstandigheden van de zaak. De uitspraak van de Rechtbank wordt bevestigd, en de boete die eerder was opgelegd, wordt als passend beoordeeld.