In deze zaak gaat het om de ontbinding van een koopovereenkomst van een tweedehands Renault Megane, die door de appellante is aangeschaft voor € 1.700. Kort na de aankoop vertoonde de auto defecten, wat leidde tot een geschil over de garantie. De appellante stelde dat de verkoper haar mondeling een garantie van drie maanden had beloofd, ondanks dat de verkoopfactuur geen garantie vermeldde. Het hof heeft de appellante toegelaten tot bewijslevering en na getuigenverhoren geconcludeerd dat de appellante voldoende bewijs heeft geleverd van de garantiebelofte. Het hof oordeelt dat de verkoper tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst, omdat de auto al op de dag van aankoop defect was en de verkoper weigerde het gebrek te herstellen. Het hof vernietigt het eerdere vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van de appellante toe, inclusief de terugbetaling van de koopsom en de kosten van buitengerechtelijke incassokosten. De verkoper wordt veroordeeld om de auto terug te nemen en een vrijwaringsbewijs af te geven. Tevens wordt een dwangsom opgelegd voor het geval de verkoper niet aan deze veroordeling voldoet.