Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 5 maart 2019;
- de akte uitlaten van [appellant] ;
- de bij H16 formulier door [appellant] nagezonden inschrijving bij de Gemeente Maastricht.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een incident in kort geding tot ontruiming van een huurwoning. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.M. McKernan, had een vordering ingediend tegen Stichting Woonpunt, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.P.H. van Wezel. De zaak volgde op een eerdere uitspraak van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, die op 9 november 2018 een vonnis in kort geding had gewezen. De appellant had zijn woning op 6 december 2018 moeten ontruimen en stelde dat hij geen andere woning kon vinden, wat leidde tot zijn inschrijving bij de daklozenopvang. Hij vorderde schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis en toegang tot de woning.
Het hof oordeelde dat de appellant geen belang meer had bij zijn vordering, aangezien de woning al ontruimd was. De vordering werd afgewezen, ook al zou de woning niet ontruimd zijn, omdat er geen sprake was van misbruik van recht of nieuwe omstandigheden die een heroverweging rechtvaardigden. De appellant had niet voldoende onderbouwd dat het vonnis op een juridische of feitelijke misslag berustte. Het hof hield de beslissing over de proceskosten aan tot de eindbeslissing in de hoofdzaak, die op 22 mei 2019 zou plaatsvinden.