mw. mr. J.M.H. Schoenmakers

Hoger beroep over aansprakelijkheid van advocaat en vervaltermijn. Vonnis van rechtbank bekrachtigd, vorderingen van [appellant] zijn vervallen.

Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelt over aansprakelijkheid van [XX] B.V. voor arbeidsongeval van [appellant] op 6 mei 2020. Zorgplicht geschonden, schadevergoeding toegewezen.

Huurgeschil over gebreken en huurprijsvermindering; huurder krijgt 2% huurprijsvermindering toegewezen en verhuurder moet gebreken herstellen.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheidsverzekering; appellant verliest en wordt veroordeeld in proceskosten.

Het hof wijst de vordering van [YY] af, omdat deze geen vorderingsrecht heeft op grond van artikel 22 Rv en de vordering ex artikel 843a Rv onvoldoende bepaald is.

Het hof heeft de procedure geschorst en hervat, waarbij [persoon A] als nieuwe procespartij in de plaats van [XX] treedt. De beslissing over proceskosten is aangehouden tot de eindbeslissing.

Hoger beroep over de ontvankelijkheid en bewijs van koopovereenkomst; [appellant] niet ontvankelijk verklaard; vorderingen [geïntimeerde] toegewezen.

Hoger beroep over aansprakelijkheid erfgename na schietincident. Vordering afgewezen wegens onvoldoende bewijs dat [persoon B] het geweer afschoot. Vonnis bekrachtigd.

Het gerechtshof 's-Hertogenbosch verklaart zich onbevoegd en verwijst de zaak naar het gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling.

Hoger beroep over onverschuldigde betaling in verband met een koopovereenkomst voor een auto, waarbij het hof het vonnis van de kantonrechter vernietigt en de vordering van [geïntimeerde] afwijst.

Het hof wijst de incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging af en houdt de beslissing over proceskosten aan tot de einduitspraak in de hoofdzaak.

Het hof oordeelt dat de appellante zekerheid moet stellen voor proceskosten van € 18.973,- in hoger beroep, binnen vier weken na het arrest.

Geschil tussen handelsagent en principaal over beëindiging agentuurovereenkomst en financiële afrekening. Vorderingen ex art. 843a en 351 Rv afgewezen.

Het hof verklaart de tussenkomende partij niet-ontvankelijk in haar verzoek tot tussenkomst en veroordeelt haar in de proceskosten. De hoofdzaak wordt verwezen voor memorie van grieven.

Het hof bevestigt de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van [geïntimeerde] in een geschil over een raamovereenkomst voor warmtebehandeling van slotplaten, en oordeelt dat de aansprakelijkheid is beperkt tot de opdrachtsom.

Hoger beroep tegen tussenvonnis ex artikel 843a Rv; beide partijen niet-ontvankelijk verklaard; proceskosten gecompenseerd; zaak terug naar rechtbank.

Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en oordeelt dat er een forumkeuzebeding bestaat ten gunste van de Spaanse rechter, waardoor Raintec niet ontvankelijk is in haar vorderingen.

Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en oordeelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is in deze zaak van onrechtmatige daad tussen Spaanse en Nederlandse vennootschappen.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verwijst een hoger beroep naar het gerechtshof Den Haag op basis van artikel 62b RO, vanwege de betrokkenheid van de raadsheer-plaatsvervanger.

Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelt dat Rabobank geen recht heeft op verrekening van bedragen na peildatum in faillissement Impact Retail B.V. en veroordeelt tot betaling van € 32.528.190,65 aan de curator.

Hoger beroep over financiële verplichtingen in familieverband. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van de geïntimeerde af.

Hoger beroep over de opzegging van een aannemingsovereenkomst en de besparingen die daaruit voortvloeien. De rechtbank oordeelde dat appellanten € 21.973,82 aan [geïntimeerde] moeten betalen.

Hoger beroep over de dekking van een aansprakelijkheidsverzekering na een arbeidsongeval met een palletstapelaar, waarbij de motorrijtuigenuitsluiting van toepassing is.

Het hof schorst de uitvoerbaarheid bij voorraad van een vonnis in een faillissementszaak, op voorwaarde dat [appellante] € 23.114,29 stort op de derdengeldrekening van haar advocaat.

Het hof verklaart appellant niet-ontvankelijk in het hoger beroep wegens het niet tijdig indienen van de memorie van grieven en veroordeelt hem in de proceskosten.

Het hof heeft de vordering tot tussenkomst van [geïntimeerde 2] toegewezen in een geschil over woningruil tussen [geïntimeerde 1] en Stichting Thuisvester.

Hoger beroep van [B.V. 1] B.V. tegen vernietiging ontslag op staande voet van [de werknemer]. Hof bekrachtigt eerdere beslissing en wijst verzoeken van [B.V. 1] B.V. af.

Het hof oordeelt dat er een overeenkomst van aanneming van werk tot stand is gekomen tussen de appellante en de geïntimeerde, ondanks dat [persoon A] niet bevoegd was om te vertegenwoordigen. De geïntimeerde wordt veroordeeld tot betaling van € 4.011,89 en buitengerechtelijke kosten.

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzet wegens termijnoverschrijding. Het hof vernietigt het vonnis en verklaart appellant ontvankelijk in verzet.

Het hof heeft de vorderingen van [appellante] ex artikel 351 en 235 Rv afgewezen, omdat geen restitutierisico is aangetoond en de belangenafweging niet in haar voordeel uitviel.

Hoger beroep over loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid; hof bevestigt dat geïntimeerde recht heeft op 30% van het bruto maandloon over een bepaalde periode en veroordeelt appellante tot betaling.

Het hof ontslaat appellanten van instantie wegens te late betaling van griffierecht en veroordeelt hen in de proceskosten.

Hoger beroep over de uitvoering van een beheerovereenkomst tussen Living C.V. en [geïntimeerden]. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van twee vorderingen die zijn afgewezen.

Appellanten moeten de vaststellingsovereenkomst nakomen en hebben het concurrentiebeding geschonden. Het hof bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst de vorderingen van appellanten af.

Hoger beroep over woningruil tussen huurders. Hof oordeelt dat geen spoedeisend belang aanwezig is en wijst vordering af.

Hoger beroep van [X advies B.V.] niet-ontvankelijk verklaard; proceskostenveroordeling aan de zijde van [X] Advies en Bewindvoering WSNP.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verklaart BEBU Bewindvoering B.V. niet-ontvankelijk in hoger beroep wegens te late appeldagvaarding, met proceskostenveroordeling.

Hoger beroep over aansprakelijkheid bij aankoop van een zieke puppy; vordering tot schorsing van het vonnis afgewezen, maar zekerheidstelling toegewezen.

Hoger beroep van Achmea tegen vonnis rechtbank Oost-Brabant over aansprakelijkheid en schadevergoeding na ongeval met boomrooierij. Hof geeft [geïntimeerde] gelegenheid om verzekerde in geding te roepen.

Hof bekrachtigt eerdere vonnissen over schadevergoeding voor verlies van verdienvermogen na schietincident. [Appellant] niet-ontvankelijk in hoger beroep tegen bepaalde vonnissen.

Het hof wijst de vorderingen in het incident tot afgifte van stukken en voorlopig getuigenverhoor af, en verwijst de zaken naar de rol van 8 oktober 2024 voor verdere behandeling.

Hoger beroep van Huisartsenpraktijk [---] B.V. en Huisartsenpraktijk [zzz] B.V. tegen Meditta Spoedzorg B.V. over de toewijzing van uren op de huisartsenpost. Vordering afgewezen, Meditta heeft haar verplichtingen nagekomen.

Het hof verklaart appellante niet-ontvankelijk in het hoger beroep na faillissement en veroordeelt haar in de proceskosten.

Het hof heeft de vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging afgewezen, oordelend dat er geen kennelijke misslag in het vonnis was en dat de belangenafweging niet in het voordeel van de appellanten uitviel.

Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering tot herstel van een kennelijke fout af, waarbij het oordeelt dat er geen sprake was van een kennelijke fout die voor herstel vatbaar was.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 23 juli 2024 de hoofdzaak van Volkswagen AG verwezen naar het gerechtshof Amsterdam wegens verknochtheid in een dieselgate-zaak.

Het hof oordeelt dat toeslagen en overwerkvergoedingen deel uitmaken van het vakantieloon. De werkgever wordt veroordeeld tot betaling van achterstallig loon en wettelijke verhoging.

Het hof oordeelt dat toeslagen en overwerkvergoedingen deel uitmaken van het vakantieloon. De werkgever kan geen beroep doen op verjaring, omdat hij de werknemer niet in staat heeft gesteld om zijn vakantie met behoud van loon op te nemen.

Het hof oordeelt dat toeslagen en overwerkvergoedingen deel uitmaken van het vakantieloon. [werknemer] krijgt aanvullende bedragen toegewezen en [werkgever] wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het hof oordeelt dat toeslagen en overwerkvergoedingen deel uitmaken van het vakantieloon. De werkgever wordt veroordeeld tot betaling van € 1.984,22 en wettelijke rente vanaf 18 juni 2019.