Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[plaats],
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 mei 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de WOZ-waarde van een onroerende zaak, gelegen aan [adres 1] 5 te [plaats]. De belanghebbende, eigenaar van de onroerende zaak, was het niet eens met de vastgestelde waarde van € 148.000 per 1 januari 2016, zoals vastgesteld door de Heffingsambtenaar van de gemeente Roerdalen. De belanghebbende stelde dat de waarde te hoog was vastgesteld, mede vanwege omgevingsfactoren zoals de aanwezigheid van een speeltuin en verkeersoverlast. De Heffingsambtenaar had de waarde gehandhaafd na bezwaar, wat leidde tot een beroep bij de Rechtbank Limburg, die het beroep ongegrond verklaarde.
In hoger beroep heeft de belanghebbende zijn standpunt herhaald en verzocht om een lagere WOZ-waarde van maximaal € 125.000. Het Hof heeft de argumenten van de belanghebbende, waaronder de staat van onderhoud van de woning en de overlast door de omgeving, overwogen. Het Hof concludeerde dat de Heffingsambtenaar voldoende rekening had gehouden met de relevante factoren en dat de vastgestelde waarde niet te hoog was. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank bevestigd en het hoger beroep ongegrond verklaard. De proceskosten werden niet vergoed, en er werd geen aanleiding gezien om het griffierecht te vergoeden.