ECLI:NL:GHSHE:2019:3305
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het vonnis van de rechtbank Limburg inzake de schuldsaneringsregeling en verlenging van de looptijd
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 september 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de schuldsaneringsregeling van de appellante. De rechtbank Limburg had eerder op 6 augustus 2019 besloten om de schuldsaneringsregeling van de appellante te beëindigen zonder toekenning van een schone lei, omdat zij toerekenbaar tekort was geschoten in haar verplichtingen. De appellante, bijgestaan door haar advocaat mr. P.W.M. Soekhai, heeft in hoger beroep verzocht om vernietiging van dit vonnis en om verlenging van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 augustus 2019 heeft de bewindvoerder verklaard dat de appellante onvoldoende heeft voldaan aan haar sollicitatieplicht en dat er een boedelachterstand was ontstaan. De rechtbank had geoordeeld dat de appellante niet aan de kernverplichtingen had voldaan, wat leidde tot de beëindiging van de regeling.
Het hof heeft de argumenten van de appellante in overweging genomen, waaronder haar stelling dat zij gedeeltelijk arbeidsongeschikt is en dat zij nu wel bereid is om de schuldsaneringsregeling te verlengen. Het hof heeft vastgesteld dat de appellante inmiddels een aantal uren per week werkt en dat zij een plan van aanpak heeft gepresenteerd om haar boedelachterstand in te lopen. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten om de schuldsaneringsregeling met zes maanden te verlengen, zodat de appellante de kans krijgt om aan haar verplichtingen te voldoen en de achterstand in te lopen. Het hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank Limburg voor de voortzetting van de schuldsaneringsregeling en heeft het eerdere vonnis vernietigd.