ECLI:NL:GHSHE:2019:526
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van de zorg voor hun ontwikkeling en opvoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen, geboren uit de moeder, die in hoger beroep was gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Limburg. De moeder had verzocht om de machtiging tot uithuisplaatsing te vernietigen, maar het hof oordeelde dat het nog te vroeg was om de kinderen bij de moeder thuis te plaatsen. De kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2], stonden al geruime tijd onder toezicht van de gecertificeerde instelling (GI) en verbleven in een pleeggezin, dat de ouders van de moeder waren. Het hof overwoog dat de moeder weliswaar stappen vooruit had gezet in haar situatie, maar dat er nog onvoldoende stabiliteit en structuur was voor de kinderen. De GI had aangegeven dat de moeder niet in staat was om de nodige rust en regelmaat te bieden, en dat er zorgen waren over de ontwikkeling van de kinderen. Het hof concludeerde dat de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk bleef in het belang van de verzorging en opvoeding van de kinderen, en bekrachtigde de eerdere beschikking van de rechtbank.