Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de bankafschriften van alle privé-bankrekeningen van de man vanaf 21 december 1989 tot 30 april 2009 en al zijn belastingaangiftes en –aanslagen tijdens de huwelijkse periode, en
- de getekende exemplaren van de overeenkomsten met de stichting [Art Foundation] Art Foundation in de periode 1 januari 2009 tot en met 31 december 2015.
- de vrouw, bijgestaan door mr. Keybeck;
- de man, bijgestaan door mr. Beulen.
- de brief met bijlagen (productie 4 en 5) van de advocaat van de vrouw d.d. 8 juni 2018;
- de ter zitting door de advocaat van de vrouw overgelegde pleitnotitie.
3.De beoordeling
Artikel 1.
- kunst (grief 1);
- schenkingen (grief 2);
- [het bedrijf] aandelen (grief 3);
- pensioenrechten (grief 4);
rechtbankoverwoog in de beschikking van 31 maart 2017:
(Stichting [Art Foundation] Art Foundation – hof)zijn verkocht die aan partijen gezamenlijk of aan haar in privé toebehoorden, en dat de man om die reden een bedrag van € 85.186,-- aan haar dient te vergoeden.”
vrouwhet volgende aangevoerd.
manheeft de grief weersproken. Hij voert hiertoe het volgende aan.
hofoverweegt als volgt.
rechtbankoverwoog in de beschikking van 31 maart 2017:
vrouwhet volgende aangevoerd.
manheeft de grief weersproken. Hij voert hiertoe het volgende aan.
hofoverweegt als volgt.
rechtbankoverwoog in de beschikking van 31 maart 2017:
vrouwhet volgende aangevoerd.
manheeft de grief weersproken. Hij voert hiertoe het volgende aan.
hofoverweegt als volgt.
rechtbankoverwoog in de beschikking van 31 maart 2017:
vrouwhet volgende aangevoerd.
manheeft de grief weersproken. Hij voert hiertoe het volgende aan.
hofoverweegt als volgt.