In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in hoger beroep over de waardering van een onroerende zaak en de vraag of de goede procesorde is geschonden. De belanghebbende, eigenaar van een vrijstaande woning, had bezwaar gemaakt tegen de WOZ-beschikking van de heffingsambtenaar, die de waarde van de woning op € 395.000 had vastgesteld. De belanghebbende stelde dat de waarde te hoog was en dat de rechtbank de door hem overgelegde bewijsstukken niet correct had meegenomen in haar oordeelsvorming. Het hof oordeelde dat de heffingsambtenaar aannemelijk had gemaakt dat de waarde niet te hoog was vastgesteld en dat de goede procesorde niet was geschonden. Het hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan op 2 april 2020, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.