Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
advocaat: mr. W.J.C. Balkenende te Eindhoven,
niet verschenen,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 7325884 / CV EXPL 18-7630)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het herstelexploot;
- het op de rol tegen [geïntimeerde] verleende verstek;
- de memorie van grieven, met producties.
3.De beoordeling
- € 15.000,00 exclusief btw, te vermeerderen met rente vanaf 1 november 2015 en kosten;
- het restantbedrag dat resteert na aftrek van de kosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 9 februari 2016, waarbij [Agrarische Advisering] eerst verantwoording aflegt van een ontvangen vergoeding van € 5.000,00 exclusief btw;
- € 875,00 aan buitengerechtelijke kosten.
“tot de verkochte locatie behoort tenminste 3.000 kg ammoniak (NH3)”.” [Agrarische Advisering] leidt uit deze zin af dat [geïntimeerde] 3.000 kg ammoniak heeft verkocht en geleverd aan [Projectbureau] . Daarom kon [geïntimeerde] die hoeveelheid ammoniak niet langer verkopen aan derden, aldus [Agrarische Advisering] . De ondertekende schriftelijk vastgelegde verkoopovereenkomsten tussen [geïntimeerde] en de derden waren volgens [Agrarische Advisering] toen achterhaald. Daarom heeft [Projectbureau] , door tussenkomst van [Agrarische Advisering] , die hoeveelheid ammoniak door middel van mondelinge overeenkomsten aan de derden verkocht, aldus [Agrarische Advisering] . [Agrarische Advisering] betwist daarom de vordering van [geïntimeerde] in reconventie. [Agrarische Advisering] heeft ook een betalingsbewijs uit maart 2017 (van een betaling door haar aan [Projectbureau] voor € 17.000,00) overgelegd (productie 9 bij dupliek in reconventie), met het betoog dat zij toen het van de derden ontvangen bedrag heeft doorbetaald aan [Projectbureau] ter afwikkeling van de verkoop van 3.000 kg ammoniak.