In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 13 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, die een eenmanszaak exploiteert, werd vervolgd voor het opzettelijk niet betalen van omzetbelasting. Het hof oordeelde dat de verdachte eerder al verzuimboetes had ontvangen van de belastingdienst voor dezelfde feiten, wat in strijd is met het ne bis in idem-beginsel. Dit beginsel houdt in dat iemand niet twee keer voor hetzelfde feit vervolgd kan worden. Het hof concludeerde dat de oplegging van de verzuimboetes dezelfde rechtsgevolgen heeft als een kennisgeving van niet verdere vervolging, waardoor het openbaar ministerie niet-ontvankelijk werd verklaard in de strafvervolging. Het hof overwoog verder dat de verdachte zich had kunnen beroepen op een strafuitsluitingsgrond, omdat hij tijdig om uitstel van betaling had verzocht. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid in fiscale strafzaken en de bescherming van de rechten van de verdachte.