De vader van [appellant] is overleden op [datum 1] 2002. Vader had een zogenaamd “langstlevende testament” gemaakt, waarin een verdeling is opgenomen van zijn nalatenschap ten behoeve van zijn echtgenote en zijn (drie) kinderen, waaronder [appellant] . In het testament zijn op dit punt onder meer de volgende bepalingen opgenomen:
De testateur verklaart voor het geheel in volle eigendom toe te delen:
A.
aan zijn voornoemde echtgenote: alle baten, welke ten zijnen sterfdage tot zijn
nalatenschap zullen blijken te behoren, zulks onder de last en de verplichting voor haar om:
1.voor haar rekening te nemen en als eigen schuld te beschouwen en te betalen: alle ten laste van testateurs nalatenschap komende schulden alsmede de begrafeniskosten, de taxatie- en boedelkosten en alle ter zake van de vererving zijner nalatenschap verschuldigde successierechten en
2.wegens overbedeling aan ieder van testateurs overige erfgenamen schuldig te erkennen een bedrag in contanten, gelijk aan ieders erfdeel in de subAbedoelde baten, na aftrek van ieders aandeel in de sub1bedoelde schulden en kosten en verminderd met de door ieder hunner verschuldigde successierechten;
B. aan ieder van zijn overige door de wet geroepen erfgenamen: een vordering in contanten ten laste van zijn genoemde echtgenote wegens de aan haar gedane overbedeling, voor ieder hunner ten belope van het hiervoor onder2omschreven bedrag.
Deze scheiding en deling heeft volgens verklaring van de testateur plaats onder de volgende bepalingen:
(…)
c. In verband met zijn voormelde verzorgingsplicht zullen de aan testateurs afstammelingen wegens overbedeling toegedeelde vorderingen ten laste van zijn genoemde echtgenote, evenals de daarover verschuldigde rente eerst opeisbaar zijn bij overlijden van zijn echtgenote (…).
d. Het percentage van de ondercbedoelde rente zal gelijk zijn aan dat, hetwelk door de Rabo-bank in de woonplaats van testateur wordt vergoed over gelden, welke bij die bank op depositorekening zijn gestort met een opzegtermijn van twee jaren.
e. Testateurs echtgenote zal te allen tijde bevoegd zijn het door haar uit hoofde als voorschreven aan zijn afstammelingen of aan een of meer hunner voor hoofdsom en/of rente verschuldigde te voldoen, zonder voorafgaande waarschuwing.