In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 mei 2021 een hersteld arrest uitgesproken in hoger beroep met betrekking tot een eerdere beschikking van 4 maart 2021. De zaak betreft een geschil tussen een vrouw en een man over partner- en kinderalimentatie, waarbij de man verzocht om herstel van een kennelijke schrijffout in de beschikking. De advocaat van de man heeft op 6 april 2021 het hof geïnformeerd over de fout in rechtsoverweging 5.73, waarin ten onrechte werd vermeld dat de man in 2016 een bedrag van € 9.568,-- aan de vrouw moest betalen. De advocaat wees erop dat het te verrekenen bedrag over 2016 in werkelijkheid € 1.046,-- bedraagt, dat de vrouw aan de man moet betalen. De advocaat van de vrouw heeft gereageerd en aangegeven dat er volgens hem geen fout was gemaakt.
Het hof heeft de argumenten van de man overwogen en geconcludeerd dat er inderdaad sprake was van een kennelijke fout die eenvoudig te herstellen was. Het hof heeft de rechtsoverwegingen 5.65 en 5.73 verbeterd, zodat het te verrekenen bedrag over 2016 nu correct is vastgesteld op € 1.046,--. Daarnaast heeft het hof de totale hoogte van het door de man aan de vrouw te betalen bedrag in het kader van de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden vastgesteld op € 104.086,--. De verbeteringen zijn op de minuut van de beschikking van 4 maart 2021 vermeld, en de griffier is belast met het verstrekken van een afschrift aan de partijen.
De uitspraak is gedaan door de rechters M.J. van Laarhoven, G.J. Vossestein en A.J.F. Manders en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.