Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- primair vrijspraak bepleit van de primair tenlastegelegde poging tot doodslag en zich gerefereerd aan het oordeel van het hof voor wat betreft de bewezenverklaring van de subsidiair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling;
- subsidiair een beroep gedaan op noodweer en bepleit de verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging;
- meer subsidiair een beroep gedaan op noodweerexces en bepleit de verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging.
hij op of omstreeks 03 februari 2018 te Terneuzen ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om [het slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, [het slachtoffer] meermalen met een mes, in elk geval scherp voorwerp heeft gestoken/gesneden in de borstkas en/of hals en/of buik, in elk geval het lichaam van [het slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 03 februari 2018 te Terneuzen ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om aan [het slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, [het slachtoffer] meermalen met een mes, in elk geval met een scherp voorwerp heeft gestoken/gesneden in de borstkas en/of hals en/of buik, in elk geval het lichaam van [het slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 03 februari 2018 te Terneuzen [het slachtoffer] heeft mishandeld door [het slachtoffer] meermalen met een mes, in elk geval een scherp voorwerp te steken/snijden.
poging tot zware mishandeling.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden;
2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
Vordering van [de benadeelde partij]
€ 5.921,90 (vijfduizend negenhonderdeenentwintig euro en negentig cent) bestaande uit € 921,90 (negenhonderdeenentwintig euro en negentig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening;
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) aan immateriële schadeaf;