GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 7 april 2022
Zaaknummer: 200.297.330/01
Zaaknummers eerste aanleg: 8882614 TT VERZ 20-1277 en 8942232 TT VERZ 20-1445
in de zaak in hoger beroep van:
[verzoekster],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
(hierna te noemen: [verzoekster] ),
advocaat: mr. L. van der Steen,
[kleinzoon 1](hierna afzonderlijk te noemen: [kleinzoon 1] ), en
[kleinzoon 2](hierna afzonderlijk te noemen: [kleinzoon 2] ),
beiden wonende te [woonplaats] ,
(hierna samen ook te noemen: de kleinzonen),
advocaat: mr. I. van Dijk-van Oosterhout,
met betrekking tot de rechthebbende:
[rechthebbende],
thans verblijvende in verpleeghuis [verpleeghuis] te [woonplaats] ,
(hierna te noemen: [rechthebbende] ),
Als belanghebbenden in deze zaak worden (voorts) aangemerkt:
[bewindvoerder],
wonende te [woonplaats] ,
(hierna te noemen: [bewindvoerder] ),
[kleindochter],
wonende te [woonplaats] ;
(hierna te noemen: de kleindochter).
In het kort:
[verzoekster] stelt de levensgezel en mantelzorger te zijn van [rechthebbende] . In hoger beroep beoogt zij mentor van hem te worden en wil zij dat er een andere, professionele, bewindvoerder wordt benoemd.