Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 10181931 CV EXPL 22-4716)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven, producties 12 tot en met 14 en een vermeerdering van eis;
- het tegen [geïntimeerde] verleende verstek.
3.De beoordeling
- Heeft Prijsvrij als reisbemiddelaar voldaan aan haar verplichting om de gedaagde, die via de website van Prijsvrij een pakketreis heeft geboekt, voor het sluiten van de overeenkomst en daarna via de opdrachtbevestiging toereikende informatie te verstrekken over de annuleringsvoorwaarden?
- Heeft Prijsvrij andere essentiële informatieplichten geschonden?
- Als Prijsvrij essentiële informatieplichten heeft geschonden, welke sanctie moet daaraan dan worden verbonden?
- Prijsvrij is een reisbemiddelingsorganisatie. Zij biedt via haar reisboekingswebsite het reisaanbod aan van een groot aantal reisorganisatoren (touroperators).
- Een van die reisorganisatoren is Sunmix International GmbH (hierna: Sunmix).
- [geïntimeerde] heeft als consument via de website van Prijsvrij op 22 juni 2021 een pakketreisovereenkomst gesloten voor een bedrag van € 1.889,34. De overeenkomst zag op een reis van reisorganisator Sunmix naar Egypte voor twee personen van 19 februari 2022 tot en met 2 maart 2022. In het kader van de afronding van het boekingsproces heeft [geïntimeerde] aan Prijsvrij een verificatiebetaling gedaan van € 0,01.
- Op 22 juni 2021 heeft Prijsvrij aan [geïntimeerde] de overeenkomst bevestigd door middel van een boekingsbevestiging.
- Op de overeenkomst zijn de Algemene voorwaarden Prijsvrij vakanties, de ANVR-Reizigersvoorwaarden en de Sunmix Reis- en Boekingsvoorwaarden van toepassing.
- Bij e-mail van 11 februari 2022 heeft Prijsvrij aan [geïntimeerde] onder meer het volgende meegedeeld:
- [geïntimeerde] heeft naar aanleiding van deze e-mail geen betaling aan Prijsvrij gedaan.
- Bij factuur van 8 maart 2022 heeft Prijsvrij ter zake annuleringskosten € 1.889,33 in rekening gebracht aan [geïntimeerde] .
- [geïntimeerde] heeft de factuur ter zake de annuleringskosten niet voldaan.
- een hoofdsom van € 1.889,33 ter zake annuleringskosten, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf 18 oktober 2022;
- € 23,09 aan wettelijke rente over de hoofdsom, berekend tot en met 17 oktober 2022;
- € 283,40 aan buitengerechtelijke kosten;
- Er is in deze zaak sprake van een pakketreisovereenkomst als bedoeld in artikel 7:500 BW. [geïntimeerde] heeft die overeenkomst gesloten als consument. De kantonrechter moet dus ambtshalve beoordelen of is voldaan aan de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht (rov. 2.5.1, eerste deel).
- Eén van die bepalingen is art. 7:502 BW. Volgens lid 1 onder g van dat artikel moet vóór het sluiten van de overeenkomst aan de consument worden meegedeeld dat de reiziger de overeenkomst vóór het begin van de pakketreis te allen tijde kan beëindigen tegen betaling van een redelijke beëindigingsvergoeding of, indien toepasselijk, van de gestandaardiseerde beëindigingsvergoedingen die door de organisator worden verlangd, in overeenstemming met artikel 7:509 lid 1 en 2 BW (rov. 2.5.1, tweede deel).
- Prijsvrij was verplicht om deze informatie voor het sluiten van de overeenkomst aan [geïntimeerde] te verstrekken. De informatie moet volgens art. 7:502 lid 4 en art. 7:504 lid 5 BW voor het sluiten van de overeenkomst en ook nadien, in de aan de consument verstrekte kopie van de overeenkomst of in de bevestiging, op een duidelijke, begrijpelijke en in het oog springende manier verstrekt zijn (rov. 2.5.2).
- De mogelijkheid tot opzegging van de pakketreisovereenkomst en de hoogte van de daaraan gekoppelde beëindigingsvergoeding vormen essentiële onderdelen van de door Prijsvrij te verstrekken informatie (rov. 2.5.3).
- Prijsvrij heeft voor het sluiten van de overeenkomst aan [geïntimeerde] niet de informatie als bedoeld in art. 7:502 lid 1 onderdeel g BW verstrekt. De bestelbevestiging bevat die informatie evenmin. In het midden kan blijven of die informatie wel terug te vinden is in de reisvoorwaarden van eisende partij, de Sunmix reis- en boekingsvoorwaarden en de ANVR-reizigersvoorwaarden. Zelfs als dat zo is, dan is daarmee nog steeds niet voldaan aan de voorwaarde dat de informatie op een in het oog springende manier moet worden verstrekt (rov. 2.5.4).
- Prijsvrij heeft dus niet voldaan aan haar wettelijke informatieplichten die van dwingend recht zijn. Titel 7a van boek 7 van het BW, waarin de artikelen 7:502 BW en 7:504 BW zijn opgenomen, bevat de incorporatie van Richtlijn (EU) 2015/2302. Een sanctie die van toepassing is op een inbreuk van een op deze Richtlijn gebaseerde wettelijke bepaling moet doeltreffend, afschrikwekkend en evenredig zijn. Daarom moet de pakketreisovereenkomst in deze zaak ambtshalve vernietigd worden op grond van artikel 3:40 lid 2 BW. Niet uit te sluiten valt dat [geïntimeerde] , als zij door Prijsvrij wel juist was geïnformeerd, van de overeenkomst had afgezien of deze tijdig had opgezegd waardoor zij geen of een veel lager bedrag aan annuleringskosten verschuldigd geweest zou zijn. Door de gebrekkige informatie van Prijsvrij is deze mogelijkheid aan [geïntimeerde] ontnomen en dat dient voor rekening van Prijsvrij te blijven (rov. 2.5.6).
- Vanwege de ambtshalve vernietiging van de overeenkomst moet de vordering van Prijsvrij worden afgewezen.
- een verklaring voor recht dat haar boekingsproces, zoals beschreven in de als productie 3 (hof: bedoeld is kennelijk productie 14, de derde productie bij de dagvaarding in hoger beroep) overgelegde beschrijving, voldoet aan de artikelen 7:502 BW en 7:504 BW, en daarmee aan de precontractuele informatieverplichtingen;
- een kopie van dit boekingsproces aan het te deze te wijzen arrest te hechten;
- althans (subsidiair) aan te geven welk concreet onderdeel van het boekingsproces niet zou voldoen.
- primair: toewijzen van hetgeen Prijsvrij in het geding bij de kantonrechter heeft gevorderd, en toewijzing van de vermeerderde eis van Prijsvrij;
- subsidiair: de vorderingen die Prijsvrij bij de kantonrechter heeft ingesteld, minus een matiging van 10%, althans maximaal 25%, ten aanzien van de hoofdsom, alsnog toe te wijzen;
2 In de pakketreisovereenkomst kunnen redelijke gestandaardiseerde beëindigingsvergoedingen worden bepaald op basis van het tijdstip van de beëindiging vóór het begin van de pakketreis en de verwachte kostenbesparingen en inkomsten uit alternatief gebruik van de reisdiensten. Als er geen gestandaardiseerde beëindigingsvergoedingen zijn vastgesteld, stemt het bedrag van de beëindigingsvergoeding overeen met de prijs van de pakketreis minus de kostenbesparingen en inkomsten uit alternatief gebruik van de reisdiensten. Indien de reiziger hierom verzoekt, verstrekt de organisator een verantwoording van het bedrag van de beëindigingsvergoedingen.”
42 tot 16 dagen voor vertrek 75%
15 tot 9 dagen voor vertrek 90%
8 dagen t/m na de vertrekdag 100%
voorwaarden van Sunmix” vormen hierbij kennelijk een link waarop geklikt kan worden om de voorwaarden te openen.
4.De uitspraak
- veroordeelt [geïntimeerde] om aan Prijsvrij een hoofdsom van € 1.417,-- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf 18 oktober 2022;
- veroordeelt [geïntimeerde] om aan Prijsvrij € 16,23 te betalen ter zake over de toewijsbare hoofdsom tot en met 17 oktober 2022 vervallen wettelijke rente
- veroordeelt [geïntimeerde] om aan Prijsvrij € 212,55 te betalen ter zake buitengerechtelijke kosten;
- verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten van het geding bij de kantonrechter tussen partijen, aldus dat elke partij de eigen proceskosten moet dragen;
- wijst het in het geding bij de kantonrechter meer of anders gevorderde af;