In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de appellant, vertegenwoordigd door mr. A. de Rooij, tegen de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. P.W.M. Broekmans. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van 29 juni 2021 en 25 juli 2023, evenals een rolbeslissing van 19 september 2023. De procedure betreft een geschil dat zijn oorsprong vindt in een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 18 november 2020, onder zaaknummer 8445820
CV EXPL 20-1559.
Tijdens de rolbeslissing van 19 september 2023 hebben beide partijen verzocht om de regeling vast te leggen in een executoriaal proces-verbaal, maar dit verzoek werd afgewezen. Het hof heeft aangegeven dat er twee mogelijkheden zijn voor het verkrijgen van een executoriale titel: ofwel door het opmaken van een proces-verbaal van een gehouden mondelinge behandeling, ofwel door het wijzen van arrest. De partijen hebben op 3 oktober 2023 akten genomen, maar voldeden niet aan de vereisten voor optie 2, die onder andere inhielden dat de oorspronkelijk eisende partij haar vordering moest wijzigen en de wederpartij moest instemmen met deze wijziging.
Het hof heeft partijen nu in de gelegenheid gesteld om alsnog aan deze vereisten te voldoen. De partijen moeten een akte houdende eiswijziging en een akte tot referte indienen, waarbij zij beiden om arrest vragen. De roldatum voor deze aktes is vastgesteld op 5 december 2023. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden tot die datum.