ECLI:NL:GHSHE:2023:3866

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
21 november 2023
Zaaknummer
200.290.412_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake eiswijziging en executoriale titel in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door de appellant, vertegenwoordigd door mr. A. de Rooij, tegen de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. P.W.M. Broekmans. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van 29 juni 2021 en 25 juli 2023, evenals een rolbeslissing van 19 september 2023. De procedure betreft een geschil dat zijn oorsprong vindt in een vonnis van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 18 november 2020, onder zaaknummer 8445820

CV EXPL 20-1559.

Tijdens de rolbeslissing van 19 september 2023 hebben beide partijen verzocht om de regeling vast te leggen in een executoriaal proces-verbaal, maar dit verzoek werd afgewezen. Het hof heeft aangegeven dat er twee mogelijkheden zijn voor het verkrijgen van een executoriale titel: ofwel door het opmaken van een proces-verbaal van een gehouden mondelinge behandeling, ofwel door het wijzen van arrest. De partijen hebben op 3 oktober 2023 akten genomen, maar voldeden niet aan de vereisten voor optie 2, die onder andere inhielden dat de oorspronkelijk eisende partij haar vordering moest wijzigen en de wederpartij moest instemmen met deze wijziging.

Het hof heeft partijen nu in de gelegenheid gesteld om alsnog aan deze vereisten te voldoen. De partijen moeten een akte houdende eiswijziging en een akte tot referte indienen, waarbij zij beiden om arrest vragen. De roldatum voor deze aktes is vastgesteld op 5 december 2023. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden tot die datum.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.290.412/01
arrest van 21 november 2023
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
advocaat: mr. A. de Rooij te Leusden,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. P.W.M. Broekmans te Roermond,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 29 juni 2021 en 25 juli 2023 en de rolbeslissing van 19 september 2023 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, onder zaaknummer 8445820 \ CV EXPL 20-1559 gewezen vonnis van 18 november 2020.
De nummering van de tussen partijen op 19 september 2023 gewezen rolbeslissing wordt voortgezet.

10.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de rolbeslissing van 19 september 2023;
  • de akte van [appellant] genomen op de rol van 3 oktober 2023;
  • de akte van [geïntimeerde] genomen op de rol van 3 oktober 2023.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

11.De verdere beoordeling

11.1.
Bij rolbeslissing van 19 september 2023 hebben partijen (eenstemmig) verzocht de regeling vast te leggen in een executoriaal proces-verbaal (van niet gehouden mondelinge behandeling). Dit verzoek is geweigerd omdat van een niet-gehouden zitting geen
proces-verbaal opgemaakt kan worden en bovendien niet kan leiden tot het beoogde resultaat, een executoriale titel. Voorts is, onder 8.1 van de rolbeslissing, aangegeven dat als partijen een executoriale titel willen er twee mogelijkheden zijn:
er wordt proces-verbaal opgemaakt van een gehouden mondelinge behandeling en daarvan wordt een grosse afgegeven, of
het hof wijst arrest en daarvan wordt een grosse afgegeven.
Onder 8.2 van de rolbeslissing is nader uitgewerkt wat partijen bij keuze voor de ene dan wel de andere optie moeten doen om te bereiken dat aan de gekozen optie uitvoering zal kunnen worden gegeven.
11.2.
Het hof heeft kennis genomen van beide akten van partijen (genomen op de rol van 3 oktober 2023). Deze houden redelijkerwijs niet meer of anders in dan dat partijen kiezen voor optie 2. Met deze akten is zodoende nog niet voldaan aan de in de rolbeslissing voor optie 2 opgenomen vereisten, zijnde:
  • de oorspronkelijk eisende partij wijzigt aan de hand van de tussen partijen bereikte regeling bij akte de door haar ingestelde vordering,
  • de wederpartij stemt bij antwoordakte uitdrukkelijk in met de wijziging van eis,
  • partijen vragen arrest.
11.3.
Het hof stelt partijen alsnog in de gelegenheid te voldoen aan deze vereisten, in de zin dat de ene partij een akte houdende eiswijziging neemt en de andere partij een akte tot referte, waarbij beide partijen in hun respectieve aktes arrest vragen. Deze aktes kunnen beide op dezelfde roldatum worden genomen. Het hof bepaalt daartoe als roldatum
5 december 2023.
11.4.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

12.De uitspraak

Het hof:
12.1.
verwijst de zaak naar de rol van 5 december 2023 voor akten als voormeld in
rov. 11.3,
12.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.E.L.J.C. Verbunt, K.J.H. Hoofs, en R.W. Karskens en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 21 november 2023.
Griffier rolraadsheer