Bij vonnis waarvan beroep heeft de rechtbank het in de zaak met parketnummer
01-133310-22 tenlastegelegde als feiten 1, 2, 3, 4 en feit 5 primair bewezenverklaard alsmede het in de zaak met parketnummer 01-235728-22 tenlastegelegde als feiten 1 primair en 2. De rechtbank heeft het bewezenverklaarde gekwalificeerd als ‘diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak’ (feit 1 in de zaak met parketnummer 01-133310-22), ‘diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels’
(feit 2 in de zaak met parketnummer 01-133310-22), ‘diefstal’ (feit 4 in de zaak met parketnummer 01-133310-22), ‘poging diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel braak’ (feit 5 primair in de zaak met parketnummer 01-133310-22), ‘diefstal gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels’ (feit 1 primair in de zaak met parketnummer
01-235728-22) en ‘diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels’ (feit 2 in de zaak met parketnummer
01-235728-22), de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank heeft de algemene- en enkele bijzondere voorwaarden gekoppeld aan de proeftijd. Met betrekking tot de vorderingen van de benadeelde partijen heeft de rechtbank de benadeelde partij [benadeelde 1] niet-ontvankelijk verklaard in de vordering en de verdachte in de proceskosten van de benadeelde partij veroordeeld. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] toegewezen tot een bedrag van € 3,95, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank heeft de verdachte tevens veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de benadeelde partij en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. De rechtbank heeft de benadeelde partij [benadeelde 3] 20 B, C, D, E niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. Wel heeft de rechtbank ten gunste van voornoemde benadeelde partij de verdachte de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 101,99, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 april 2022 en bij niet-betaling de gijzeling bepaald op maximaal 2 dagen. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4] gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van 674,94, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 augustus 2021 tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank heeft de benadeelde terzake van de immateriële schade voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk verklaard in de vordering en de vordering voor zover deze ziet op vergoeding van proceskosten afgewezen. De rechtbank heeft de verdachte tevens veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van de benadeelde partij en de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. Tot slot heeft de rechtbank ten gunste van voornoemde benadeelde partij de verdachte de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € € 674,94, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 augustus 2022 en bij niet-betaling de gijzeling bepaald op maximaal 13 dagen. De rechtbank heeft de benadeelde partij [benadeelde 5] niet-ontvankelijk verklaard in de vordering en de verdachte in de proceskosten van de benadeelde partij veroordeeld.