ECLI:NL:GHSHE:2024:3325

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 oktober 2024
Publicatiedatum
24 oktober 2024
Zaaknummer
200.342.081_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake vervangende toestemming tot erkenning van een minderjarige

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vrouw tegen een beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij aan de man vervangende toestemming is verleend tot erkenning van de minderjarige. De minderjarige is geboren op [geboortedatum] 2022 in [geboorteplaats]. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, is vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S. van Reeven-Özer, terwijl de man, verweerder in hoger beroep, wordt bijgestaan door mr. D.R.M. Linders. In eerste aanleg heeft mr. G.H.M. van Laarhoven opgetreden als bijzondere curator van de minderjarige, maar is hij ontslagen van zijn taak door de rechtbank. Het hof heeft besloten om mr. Van Laarhoven opnieuw te benoemen tot bijzondere curator, zodat hij de belangen van de minderjarige kan behartigen in de procedure in hoger beroep. De beschikking van het hof is gegeven op 24 oktober 2024 en is uitvoerbaar bij voorraad. Het hof heeft ook bepaald dat de bijzondere curator uiterlijk twee weken voor de zitting op 29 november 2024 zijn standpunt schriftelijk moet indienen. De zaak is behandeld in het openbaar en de griffier van het hof was mr. D. van der Horst.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 24 oktober 2024
Zaaknummer: 200.342.081/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/02/415916/ FA RK 23-5312
in de zaak in hoger beroep van:

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] ,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat: mr. S. van Reeven-Özer,
tegen

[de man] ,

wonende te [woonplaats] ,
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat: mr. D.R.M. Linders.
Het procesverloop
Het verloop van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep blijkt uit:
  • de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (Breda) van 1 maart 2024, uitgesproken onder voormeld zaaknummer;
  • het beroepschrift van de vrouw met bijlagen, ingekomen ter griffie van het hof op 29 mei 2024;
  • het verweerschrift van de man met bijlagen, ingekomen ter griffie van het hof op 1 augustus 2024;
  • de e-mailberichten van 9 juli 2024 en 26 september 2024 waarin mr. G.H.M. van Laarhoven zich bereid verklaart de herbenoeming tot bijzondere curator over de minderjarige [minderjarige] te aanvaarden.
De motivering
Dit hoger beroep van de vrouw is gericht tegen de beslissing van de rechtbank waarbij aan de man vervangende toestemming is verleend tot erkenning van de minderjarige [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2022.
Gelet op het bepaalde in artikel 1:212 van het Burgerlijk Wetboek wordt het minderjarige kind, optredende als verzoeker of belanghebbende, in zaken van afstamming vertegenwoordigd door een bijzondere curator.
In eerste aanleg heeft mr. G.H.M. van Laarhoven opgetreden als bijzondere curator van de minderjarige en heeft de rechtbank hem bij de bestreden beschikking ontslagen van zijn taak in de hoedanigheid van bijzondere curator.
Het hof ziet aanleiding om mr. Van Laarhoven – die daartoe bereid is gebleken – opnieuw tot bijzondere curator te benoemen om ook in de procedure in hoger beroep de belangen van de minderjarige te behartigen.
De beslissing:
Het hof:
alvorens verder te beslissen,
benoemt in deze zaak:
mr. G.H.M. van Laarhoven,
advocaat te Tilburg, werkzaam bij [bedrijf] ,
gevestigd aan de [adres] ,
[postcode] ,
tot bijzondere curator over de minderjarige [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2022, om in deze procedure de belangen van deze minderjarige te behartigen;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verzoekt de bijzondere curator om uiterlijk twee weken voor de zitting bij het hof, gepland op 29 november 2024 om 09.00 uur, schriftelijk zijn standpunt aan het gerechtshof en partijen kenbaar te maken;
bepaalt dat de griffier van dit hof:
  • de bijzondere curator als belanghebbende aanmerkt;
  • ervoor zorgdraagt dat de bijzondere curator een afschrift krijgt van de processtukken in hoger beroep.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mrs. S.P.A. Wensink-Vergunst, E.J.M. van Engelen, A.M. Bossink en in het openbaar uitgesproken op 24 oktober 2024 in tegenwoordigheid van mr. D. van der Horst, griffier.