In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de vrouw tegen een beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij aan de man vervangende toestemming is verleend tot erkenning van de minderjarige. De minderjarige is geboren op [geboortedatum] 2022 in [geboorteplaats]. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, is vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S. van Reeven-Özer, terwijl de man, verweerder in hoger beroep, wordt bijgestaan door mr. D.R.M. Linders. In eerste aanleg heeft mr. G.H.M. van Laarhoven opgetreden als bijzondere curator van de minderjarige, maar is hij ontslagen van zijn taak door de rechtbank. Het hof heeft besloten om mr. Van Laarhoven opnieuw te benoemen tot bijzondere curator, zodat hij de belangen van de minderjarige kan behartigen in de procedure in hoger beroep. De beschikking van het hof is gegeven op 24 oktober 2024 en is uitvoerbaar bij voorraad. Het hof heeft ook bepaald dat de bijzondere curator uiterlijk twee weken voor de zitting op 29 november 2024 zijn standpunt schriftelijk moet indienen. De zaak is behandeld in het openbaar en de griffier van het hof was mr. D. van der Horst.