In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen [geïntimeerde]. De zaak betreft een geschil over overhangende takken van bomen die boven het perceel van [appellant] hangen. De procedure is een vervolg op eerdere tussenarresten en rolbeslissingen, waarbij partijen zijn uitgenodigd om aan bepaalde vereisten te voldoen. Op 6 februari 2024 heeft het hof uitspraak gedaan.
De appellant heeft zijn eis gewijzigd en trekt een eerdere vermeerdering van eis in, waarbij hij geen bezwaar meer maakt tegen de aanwezigheid van de fruitbomen langs de grens van de percelen. Hij verzoekt het hof om [geïntimeerde] te veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van het arrest alle overhangende takken te snoeien, met een dwangsom van € 100,00 per dag tot een maximum van € 2.500,00.
De geïntimeerde heeft in zijn antwoordakte aangegeven akkoord te gaan met de eiswijziging van de appellant en verzoekt het hof om arrest te wijzen conform de gevorderde maatregelen. Het hof heeft de eiswijziging begrepen en heeft het bestreden vonnis van de kantonrechter vernietigd. Het hof heeft [geïntimeerde] veroordeeld om de overhangende takken te snoeien en heeft de kosten van het hoger beroep gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
Deze uitspraak is gedaan door de rechters B.E.L.J.C. Verbunt, K.J.H. Hoofs en R.W. Karskens en is openbaar uitgesproken op 6 februari 2024.