Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige] (hiera: [minderjarige] ),
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die op 17 april 2025 door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, gaat het om de beëindiging van het gezamenlijk gezag over een minderjarige, geboren in 2017. De vader, die in Portugal woont, heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant aangevochten, waarin het gezag over de minderjarige aan de moeder was toegewezen. De vader stelt dat hij voldoende betrokken is bij de opvoeding en dat de hulpverlening voor de minderjarige niet adequaat is opgestart door de moeder. De moeder daarentegen betwist de betrokkenheid van de vader en stelt dat zijn gedrag de hulpverlening belemmert. Tijdens de mondelinge behandeling is de minderjarige gehoord en zijn er verschillende rapporten en producties ingediend. Het hof heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders problematisch is en dat de vader niet in staat is om samen met de moeder beslissingen te nemen in het belang van de minderjarige. Het hof concludeert dat het gezamenlijk gezag niet langer in het belang van de minderjarige is en bekrachtigt de beschikking van de rechtbank, waarbij het gezag aan de moeder wordt toegewezen. De vader wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot omgangsregeling, aangezien hij dit verzoek heeft ingetrokken. De beslissing is genomen in het belang van de minderjarige, die behoefte heeft aan duidelijkheid en structuur.