Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
- de berekening van de verschuldigde overdrachtsbelasting juist is, indien het standpunt van de inspecteur moet worden gevolgd;
- ter zake van de juridische splitsing van de splitsende vennootschap de splitsingsvrijstelling van toepassing is;
- dat de verkrijging van de onroerende zaken door [bedrijf 3] B.V. aldus is vrijgesteld van overdrachtsbelasting en
- dat [bedrijf 3] B.V. kwalificeert als een lichaam in de zin van artikel 4 WBR.
4.Gronden
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank;
- bepaalt dat van de inspecteur een griffierecht wordt geheven van € 548;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij het hof van € 1.814.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).