Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 4 maart 2025;
- een akte uitlaten van [appellant];
- een akte uitlaten van [geïntimeerde];
- een antwoordakte van [appellant];
- een antwoordakte van [geïntimeerde].
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voorlag bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep in een geschil over de verdeling van nalatenschappen van de ouders van de appellant en geïntimeerde. De ouders zijn overleden en de partijen, die in familierechtelijke betrekking tot elkaar staan, zijn in een juridisch conflict verwikkeld over de wijze waarop de nalatenschappen verdeeld moeten worden. Het hof heeft eerder op 4 maart 2025 een tussenarrest gewezen, waarin het merendeel van de onderdelen van het hoger beroep niet slaagde, maar het hof kwam tot andere berekeningen dan de rechtbank. Partijen hebben zich gerefereerd aan deze berekeningen, wat leidde tot de beslissing van het hof zoals uiteengezet in het tussenarrest.
In de uitspraak van 1 juli 2025 heeft het hof het vonnis waarvan beroep gedeeltelijk vernietigd. Het hof oordeelde dat na toerekening van de schuld van de appellant van € 223.500,- op zijn erfdeel, er voor hem een schuld aan de nalatenschappen resteert van € 61.151,08. Het hof bekrachtigde het vonnis voor het overige en compenseerde de proceskosten in hoger beroep, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het hof wees het in hoger beroep meer of anders gevorderde af. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 1 juli 2025.