mw. mr. M.E. Smorenburg

Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een recente machtiging van de gemachtigde binnen de gestelde termijn.

Het hof vernietigt de aanslag forensenbelasting 2021 wegens onbevoegdheid van de heffingsambtenaar. De eerdere uitspraken zijn ook vernietigd.

Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een recente machtiging van de gemachtigde binnen de gestelde termijn.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch vernietigt de naheffingsaanslag parkeerbelasting, oordelend dat de belanghebbende bezig was met onmiddellijk laden en lossen.

Hoger beroep over WOZ-waarde; hof oordeelt dat heffingsambtenaar artikel 40 Wet WOZ heeft geschonden, maar WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld.

Hoger beroep over WOZ-beschikking van een winkelpand; rechtbank oordeelt dat heffingsambtenaar niet alle stukken heeft overgelegd. Hof vernietigt uitspraak en handhaaft WOZ-waarde van € 4.125.000.

Het hof vernietigt de aanslagen onroerendezaakbelasting en rioolheffing, maar vermindert de aanslag zuiveringsheffing naar € 67,96.

Het hof oordeelt dat de schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WOZ-zaak op € 1.500 moet worden vastgesteld, in plaats van € 150.

Hoger beroep over schending artikel 40, lid 2 Wet WOZ en verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Schadevergoeding vastgesteld op € 500 per halfjaar.

Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens het faillissement van de belanghebbende en het verzoek om ontslag van instantie door de heffingsambtenaar.

Het hof oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van specifieke zorgkosten voor extra gezinshulp. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt. Belanghebbende krijgt wel een schadevergoeding van € 1.500 voor de lange duur van de procedure.

Hoger beroep over WOZ-waarde woning; hof bevestigt uitspraak rechtbank en verklaart beroep ongegrond.

Hoger beroep over aanslagen IB/PVV en Zvw in verband met productie synthetische drugs. Aanslagen zijn terecht opgelegd, motiveringsbeginsel niet geschonden, geen recht op kostenvergoeding.

Hoger beroep over WOZ-waarde woning in [woonplaats]. Hof stelt waarde vast op € 330.000 en verklaart hoger beroep gegrond voor WOZ-beschikking. Grief over heffingen verworpen.

Hoger beroep ongegrond verklaard inzake aanslagen watersysteemheffing, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over navorderingsaanslag IB/PVV wegens hennepteelt. Hof oordeelt dat inspecteur niet willekeurig heeft gehandeld, maar vermindert het belastbaar inkomen tot € 66.807. Hoger beroep gegrond verklaard.

Hoger beroep over WOZ-beschikking; belanghebbende stelt geen uitspraak op bezwaar te hebben ontvangen. Hof oordeelt dat heffingsambtenaar verzending aannemelijk heeft gemaakt. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep over de werkingssfeer van het verplichtstellingsbesluit Bpf MITT. Het hof oordeelt dat [appellante] van 4 oktober 2018 tot 1 oktober 2020 onder de verplichtstelling viel, maar niet daarna.

Het hof bevestigt de WOZ-waarde van een bouwterrein en verwerpt het beroep op het vertrouwensbeginsel.

Hoger beroep over OZB en WOZ-waarde van een kledingwinkel tijdens coronamaatregelen. Aanslag OZB terecht opgelegd, duurzaam gebruik aangetoond. WOZ-waarde niet te hoog vastgesteld.

Hoger beroep over WOZ-waarde van restaurant in Eindhoven; hof bevestigt uitspraak rechtbank en verklaart hoger beroep ongegrond.

Het hof heeft de WOZ-waarden van drie onroerende zaken vastgesteld en de heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van kosten, omdat het hoger beroep gegrond was.

Hoger beroep over WOZ-waarden van onroerende zaken; beroep niet-ontvankelijk verklaard; hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep ongegrond; belanghebbende kan niet aantonen dat hij hoofdverblijf had in de gemeente Vlissingen; bevestiging uitspraak rechtbank.

Hoger beroep over huurovereenkomst; herstel van gebreken aan gehuurde; ontbinding niet gerechtvaardigd; vorderingen tot herstel toegewezen.

Het hof heeft de legitieme portie van de appellant vastgesteld op € 162.042,40, na erkenning van een materiële schenking bij de overdracht van een woning door de moeder aan erfgenamen.

Hoger beroep over WOZ-beschikking na overlijden erflaatster; hof oordeelt dat verzoek te laat is ingediend.

Hoger beroep over afwijzing billijke vergoeding na ontbinding arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Hof oordeelt dat werkgever niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en wijst verzoek werknemer af.

Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt de geïntimeerde tot betaling van € 9.524,66 aan de ervenrekening, met wettelijke rente en proceskosten.

Hoger beroep ongegrond verklaard; aanslagen reclamebelasting gemeente Goes bevestigd.

Hoger beroep ongegrond; WOZ-waarde en proceskostenveroordeling bevestigd.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verklaart het hoger beroep van de heffingsambtenaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, evenals het incidenteel hoger beroep van belanghebbende.

Het hof bevestigt de niet-ontvankelijk verklaring van bezwaren tegen belastingaanslagen, omdat belanghebbende niet tijdig bezwaar heeft gemaakt.

Het hof verklaart het hoger beroep van de heffingsambtenaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over de opzegging van een aannemingsovereenkomst en de besparingen die daaruit voortvloeien. De rechtbank oordeelde dat appellanten € 21.973,82 aan [geïntimeerde] moeten betalen.

Het hof heeft geoordeeld dat de overeenkomst inzake zorgvoorzieningen bij de huurovereenkomst niet gedeeltelijk nietig is. De vorderingen van HBV zijn afgewezen en HBV is veroordeeld in de proceskosten van Surplus.

Hoger beroep van [B.V. 1] B.V. tegen vernietiging ontslag op staande voet van [de werknemer]. Hof bekrachtigt eerdere beslissing en wijst verzoeken van [B.V. 1] B.V. af.

Hoger beroep over de verplichting van ABP om een beslissing te nemen over een aanvraag voor herplaatsingstoelage. Het hof wijst de vordering van [geïntimeerde] af en vernietigt het eerdere vonnis.

Hoger beroep over de totstandkoming van een pensioenovereenkomst; het hof bevestigt dat geen eerdere overeenkomst is ontstaan en wijst de vorderingen van [appellant] af.

Het hof oordeelt dat de werknemer niet aansprakelijk is voor belastingaanslagen en boetes aan de werkgever, omdat opzet of bewuste roekeloosheid niet is aangetoond.

Het hof benoemt een deskundige voor onderzoek naar een subsidieaanvraag in een civiele procedure tussen een V.O.F. en een B.V. en bepaalt dat de appellante het voorschot op de deskundigenkosten betaalt.

Hoger beroep ongegrond verklaard; WOZ-aanslag en objectafbakening voor watersysteemheffing bevestigd.

Het hof oordeelt dat de werknemer ten onrechte op staande voet is ontslagen na 35 jaar dienstverband. De gedragingen zijn verwijtbaar, maar niet ernstig verwijtbaar. De werknemer heeft recht op loon en transitievergoeding.

Hoger beroep over WOZ-waarde van onroerende zaak; waarde vastgesteld op € 299.000 na beoordeling van beide partijen.

Hoger beroep over de verplichtstelling tot deelneming in Bpf MITT door een groothandel in promotieartikelen. Het hof oordeelt dat de groothandel onder de werkingssfeer valt en bekrachtigt het eerdere vonnis.

Hoger beroep over de verplichtstelling van deelname aan Bpf MITT door een groothandel in schoonmaakartikelen. Het hof oordeelt dat deelname onaanvaardbaar is gezien de geringe bedrijfsactiviteit en de bestaande pensioenregeling van [appellante].

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch bevestigt de WOZ-waarde van een opslagterrein op € 844.000, gebaseerd op huurwaardekapitalisatiemethode. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep over beëindiging arbeidsovereenkomst; werknemer krijgt vergoeding wegens onregelmatige opzegging en transitievergoeding.

Vakmeesters vordert schadevergoeding van Bouwbuddy voor schade veroorzaakt door uitzendkracht. Het hof oordeelt dat Bouwbuddy niet aansprakelijk is en bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.

Het hof oordeelt dat de betaling van € 50.308,69 door de vrouw aan de man ongerechtvaardigde verrijking opleverde, en dat de man dit bedrag moet terugbetalen.